3. Zes.
4. 5,- per week.
4. -
69
1. Strohoedenfabrieken.
2. Twee.
5. Meer bloeiend.
6. Kwijnend.
7. inlands gebruik.
8. Minder gedragen worden en de inkomende rechten op het buitenlands stro.
9. Opheffing van het inkomend recht op het buitenlands ongemaakt stro.
25.ln 1810 werd aan de weduwe Cazius Zonen te utrecht voor dertig jaar een octrooi verleend tot het fahriceren van kunstcement,
waarbij aan alle autoriteiten in Nederland de plicht werd opgelegd, zo veel mogelijk gebruik te maken van het product van deze
firma; zie OA 259, Bijlagen 1810, de 10e van bloeimaand (-mei).
1. Touw- of dungarenspinnerijen van vlas en hennep.
2. Zesenvijftig.
3. 2050 mannen, vrouwen en kinderen.
4. ƒ3,- per week dooreen.
5. Een getal van meer als eens zo veel fabrieken, en alle bloeiend.
6. Thans weer kwijnend.
7. inlands gebruik en bijzonder buitenlandse verzendingen.
8. Geen buitenlandse verzendingen.
9. Buitenlandse verzendingen en vrije uitvoer van snuit en vlaswerk.
1. Vlasfabrieken.
2. Zes.
3. 173, alle vrouwen en meisjes.
4. ƒ2,- per week.
5. Bloeiend, werkende in de eigen fabrieken meer dan drie maal zoveel mensen.
6. Kwijnend.
7. Binnen- en voornamelijk buitenlands.
8. Geen buitenlandse aanvraag, uit hoofde der hoge prijzen, veroorzaakt door de grote uitvoer van
ruw of ongewerkt vlas buitenlands.
1. Tras- of cementmolen.
2. Een.
3. -
5. Werkende met drie knechts en vier paarden.
6. Geheel stil staande.
7. inlands gebruik.
8.1e. Niet veel gebruikt wordende.
2e. De invoering der bovenlandse gemalen tras.
3e. De invoering van het gebruik der compositietras van Utrecht25.
9. le. De invoer van buitenlandse gemalen tras te verbieden of belasten.
2e. Een nader onderzoek omtrent de deugdelijkheid der compositietras, tegen de buitenlandse
alhier gemalene.
3e. De opheffing der order om de bovengenoemde compositietras uitsluitend tot lands- en
stadswerken te moeten gebruiken.
