2. Twee.
71
Over het leerlooien in Gouda staat op een bijgevoegd, helaas onvolledig briefje nog:
"Het verval der looierijen moet worden toegeschreven, ten eerste aan het gemis van buitenlandse
verzending van leren, zoals die eertijds plaats had, uit hoofde de buitenlanders thans meerder
fabrieken van die aard bezitten. Dan, daar ons land de schors, hiertoe nodig, oplevert en de vreem
deling zich bij ons van hetzelve voorziet (waardoor hetzelve ook enorm in prijs is gestegen, ook tot
groot nadeel van onze fabrieken, zodat hetzelve bijna twee kapitalen hoger staat dan in vroeger
jaren), zo zou men in geval het gouvernement een verbod van uitvoer van gemeld artikel kon
goedvinden, de buitenlander verplichten om even als tevoren zich bij onze fabrieken van het be
nodigde leer te voorzien.
Ten tweede vindt zich de schoenmaker hier ter plaatse(hier is de tekst afgebroken).
1. Looien.
3. Twee.
4. ƒ6,- per week.
5. Vijf looien bloeiend, ieder met 4 of 5 knechts.
6. Zeer kwijnend.
7. Buiten- en Binnenlands.
8. Uitvoer van onbereide vellen en gemalen schors.
9. Belasting op de uitvoer en dito op de invoer van bereide.
Vel 2.
"De heer Zonsbeek...” (volgt verzoek identiek aan dat aan van Deth, maar dan voor de houtzaagmo
lens).
De tabel is niet ingevuld. Hoewel er andere mogelijkheden zijn, is het het meest waarschijnlijk, dat
de KvK&F de antwoorden voor de houtzaagmolens geheel op eigen gezag gegeven heeft.
1. Zeemtouwerijen.
2. Een.
(Vragen 3 tot en met 8 zijn niet beantwoord, waarschijnlijk zijn de antwoorden daarop gelijk aan
die hierboven, -BW)
9. Zie hierboven.
5. In de eerste plaats toen alles een onbelemmerde gang had, werd het perkament verzonden
buitenslands en was toen zeer bloeiende, heeft natuurlijk daar veel door geleden, maar in de
tweede plaats heeft de fabriek van perkament veel geleden daar men vorens de zegels op het
perkament schreef, wordt thans op papier gedaan, dat een aanmerkelijk nadeel voor mijn fabriek
van het perkament is.
6. Redelijk.
7. Buiten- en binnenlands.
8. -
9. wat de looierijen betreft wordt het stedelijk debiet verbazend benadeeld omdat men door mid
del van patent met gemaakt schoenmakerswerk onbelemmerd kan rondlopen en te koop veilen,
dat een aanmerkelijk nadeel voor de fabriek van looierijen in de steden, en voor de schoenmake
rijen (is-BW). En is in het jaar 1778 bij request verzocht en bij de toenmalige staten van Holland
verboden, dat het in de Hollandse provinciën volstrekt niet mocht worden ingevoerd, veel min aan
de huizen rondgelopen, uit hoofde van het groot nadeel aan leerlooierijen en schoenmakerijen-, dat
weliswaar moeilijk in deze dagen te herstellen is, of het zou moeten zijn dat men kon bewerken
een inkomend recht ten voordele voor de steden.