75 Op dit vel staat ook een met de pijpenfabricage samenhangende nijverheid, nl. de vormmakerij of: 1. Geelgieters 2. Drie. 3. Werkende de meesters of bazen alleen, hebbende bij enkele gevallen eens een noodhulpknecht. 4. Hun verdiensten geven voor hun huisgezinnen maar een sober burgerlijk bestaan. 5. Deszelfs voormalige staat was 3 a 4, waarbij men alstoen nog wel 4 a 6 knechts kon stellen. 6. Zeer kwijnend. 7. Werken genoegzaam geheel voor de pijpenfabrieken, worden daarom ook altoos maar vormmakers genoemd. 8. Dezelve of floreren of kwijnen met de pijpenfabrieken. 9. Dezelfde middelen als van de pijpenfabrieken, als daaraan verbonden. Vel 11. Geadresseerd aan P. Franken, betreft de pel- en snuifmolen. De antwoorden komen overeen met die van de KvK&F, behalve de volgende: 3. Onbepaald. 4. onbepaald. 7. Gouda en elders. Vel 10. Geadresseerd aan W. van Bentum, betreft de "Pottenbakkerijen van rood en Frankforter keuken- goed en pijpenbakkerijen", de antwoorden komen overeen met die van de KvK&F. Vel 12. Geadresseerd aan H. Lambert, betreft de loodwitmakerij. De antwoorden zijn gelijk aan die van de KvK&F, behalve de volgende: 5. Onder het Frans bestuur kwijnende, doordat de uitvoer uit hoofde der oorlog alleen naar Frankrijk kon geschieden. 7. Naar Frankrijk, Duitsland, Amerika, Oost- en Westindië; naar Groot-Brittannië niet, zijnde de invoer aldaar verboden. 8. Principaal, dat Frankrijk, werwaarts veel verzonden wordt, er een hoog inkomend recht op heeft gelegd van 33 francs per 100 kilogrammen. Vel 13. Geadresseerd aan A. van Bergen, betreft de katoendrukkerij, de antwoorden zijn gelijk aan die van de KvK&F. (zie ill. pag. 76) Vel 14. Geadresseerd aan A. van Wijk. 1. Grutterijen. 2. 9 in getal, 6 werkend. 3. Een bekwame knecht is niet altijd werkende. 4. ƒ40,- a ƒ50,- met kost en inwoning. 5. Beter dan nu. 6. Slecht door de hoge prijzen. 7. Meestal eigen consumptie. 8. Geen hier bekend, behalve een hoog patent. 9. Herstelling van het gilde, niet stedelijk maar kantons- of districtsgewijs, als zijnde stedelijk de ondergang der grutterijen om verscheidene redenen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1996 | | pagina 33