79
3O.KvK<SI: inv.nr. la, Notulenboek 1 mei 1816-23 april 183.5, 26 april en 26 mei 1820; inv.nr. tg, 19 april 1820; SA 561, Missiveboek
1818-1820,23 mei en 3 juni 1820; SA 120, Kamerboek 1820,14 april en 2 juni.
Zeemtouwerij.
Niet zo kwijnende als wordt opgegeven.
Zeepziederij.
Van deze fabriek mag men met fiducie zeggen, dat tegenwoordig in een zeer bloeiende staat ver
keert, en sedert vele jaren niet zo geprospereerd heeft".
In 1820 zijn er weer tabellen over de staat van fabrieken en trafieken in Gouda opgesteld en ver
stuurd aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland30. Van de antwoorden is in dit geval ook in het
gemeente-archief tot nu toe niets teruggevonden
Scheepstimmerwerven.
Minder welvarende dan bevorens, evenwel geenszins kwijnende.
Grofgarenspinnerijen.
Deze zijn gedurende dit jaar zeer bloeiende geweest, thans minder.
Houtzaagmolens.
Weliswaar dat deze niet zo bloeiend zijn, en in een zo voordelige staat verkeren als bevorens,
evenwel mag men niet avoueren dat deze kwijnen.
Katoenfabrieken.
Dat onder de opgegeven middelen van redres en aanmoediging van deze fabrieken zou dienstbaar
zijn, de vermindering van grondlasten en impositiën, hiermee vermeent men zich niet te kunnen
verenigen, daar deze fabrieken niet meer dan andere zijn belast en de ingrediënten tot deze fa
briek gebezigd wordende, geheel niet of zeer weinig aan lands- of stadsimpost subject zijn.
Pottenbakkerijen.
Ten dezen aanzien moet men aanmerken, dat de stadsbelasting welke van de lange grauwe turf
wordt gevorderd, zeer gering is, en dus tot redres niets kan toebrengen, gelijk er ook voorts een
aanmerkelijke vermindering zo landelijk als stedelijk bij de invoering van het nieuwe stelsel van
belastingen zal plaatsgrijpen.
Pijpenfabrieken.
De middelbare winst der knechts opgegeven is abusief; men mag de wekelijkse winst voegzaam
stellen van drie gulden tot acht gulden, zulks hangt af van hun behendigheid of nijverheid - deze
fabrieken zijn thans niet zeer bloeiend, door de mindere verzending, evenwel niet geheel kwij
nend. Onder de opgegeven middelen van redres kan men stellen het verbod van uitvoer der ge
reedschappen. en waaromtrent dan ook reeds bepalingen zijn daargesteld, zo verre de macht der
stedelijke besturen zich uitstrekt.
Runmolen.
Is in een vrij bloeiende staat