Ls AJ 10 lU’ Een eventuele aanpassing van het bordes, op de hiervóór veronderstelde wijze, in combinatie met het aanbrengen van de overkapping en het verwijderen van de verf van de beeld houwwerken21, zou in dit kader niet vreemd zijn. Het stadhuis omstreeks 1830 21. G.C. Helbers, 144. (Vervolg noot 20) De in augustus 1996 overleden Limburgse kunsthistoricus jj.m. Timmers schreef in De glorie van Neder land (Amsterdam/Brussel 1972) 117: “Had men het stadhuis van Gouda, gebouwd tussen 1448 en 1450, tegen het einde van de zeventiende eeuw wat betreft de zijgevels en de achterkant maar niet volledig verknoeid! En was de restauratie van de voorgevel omstreeks 1880 maar minder rigoureus geweest! In dat geval zou dit stadhuis in zijn soort het mooiste van ons land zijn gebleven. De voorgevel is een zwakke kopie van de oude en bovendien in een andere steensoort uitge voerd. De achter- en zijgevels zijn na de oorlog opnieuw gerestaureerd, helaas weer op een vrij dubieuze manier!" En E.H. ter Kuile in Duizend jaar bouwen in Tijdens de restauratie van het stadhuis in de jaren 1947 - 1952 werd het bordes geheel uit elkaar genomen, om het van een constructie van betonnen draagbalken te voorzien. De afkomende stukken werden gemerkt en met alle voorzorgs maatregelen opgeslagen. Kort na deze restauratie voltrok zich op een zaterdagse marktdag, begin mei 1954, een kleine ramp. Een achteruit rijdende vrachtauto ramde één van de hoeken van het bordes. De buitenste leeuw aan de rechterkant, als men voor het stadhuis staat, kwam, met voetstuk en al, in brokstukken op de grond terecht Bovendien werd het hekwerk van het bordes ontzet en werden hoeken uit treden gerukt. Op 21 september 1954 werd de in Den Haag geres taureerde leeuw herplaatst op een door Goudse vaklieden gerepareerd en deels vervangen onderstel. De financiële schade was verzekerd, maar op artistiek gebied konden de sporen van dit gebeuren, ondanks zorgvuldig uitgevoerde herstelwerk zaamheden, niet worden uitgewist Nederland I (Amsterdam 1948) 355: “Wanneer het stadhuis van Gouda ondanks allerlei verminkingen en de schandelijke 'restauratie’ van den voorgevel in de vorige eeuw toch nog altijd een indrukwekkend monument mag heeten, is dat zeker voor een groot deel te danken aan de vrije ligging midden op het Marktplein." r|M

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1997 | | pagina 12