HET (GOUDSE STADHUIS
BESTEK, AANBESTEDING EN BETALING VAN
HET ZEVENTIENDE EEUWSE BORDES VAN
door J. Smink.
I. Inleiding
2. |.L van der Gouw, Oud schrift in Nederland (Alphen aan den Rijn 1978) 83.
1
1. Een overzicht van de geschiedenis van het stadhuis wordt gegeven in de Zevende verzameling bijdragen van de oud
heidkundige kring Die Goude (Gouda 1952.)
ii het midden van de vijftiende eeuw werd in Gouda op het marktveld een nieuw stadhuis
I gebouwd. In de loop der eeuwen veranderde het uiterlijk van het gebouw ten gevolge van
1 diverse ingrijpende verbouwingen1. Het bordes van het stadhuis dateert uit het begin van
de zeventiende eeuw en men kan zich afvragen of dit fraaie kunstwerk de diverse restaura
ties van het stadhuis ongeschonden heeft doorstaan. In de mij bekende literatuur wordt wel
aandacht geschonken aan het aanbrengen van het baldakijn, aan het eind van de zeventien
de eeuw, maar over andere architectonische veranderingen wordt niet gerept. De tekst van
het bestek annex aanbesteding maakt het mogelijk een antwoord te geven op de vraag of
het bordes in zijn huidige vorm wel of niet afwijkt van het werk, zoals dat door Gregorius
Cool in 1603 werd opgeleverd.
Er bestond in het Nederlands destijds geen vaste spelling en het kwam voor, dat
een ambtenaar in een tekst voor hetzelfde woord verschillende schrijfwijzen hanteerde,
soms zelfs in een zin. Ook het gebruik van hoofdletters en leestekens was zonder systeem.
Dit roept de vraag op in hoeverre oude teksten bij de overzetting mogen worden genormali
seerd. "Vooropgesteld worde," schreef een deskundige2, "dat modernisering in taal en spel
ling, in stijl en woordkeur niet geoorloofd is. Anderzijds is een poging tot weergave van
het document met alle grafische bijzonderheden nutteloos: het lukt nooit geheel en wie wil
weten hoe het oorspronkelijk eruitziet, moet om een fotokopie vragen, niet om een afschrift
of het nu geschreven, getypt of gedrukt is." Uitgangspunt voor de bewerking van de onder
havige teksten waren de Richtlijnen voor het uitgeven van historische bescheiden, samenge
steld in opdracht van het Nederlands Historisch Genootschap en van de Rijkscommissie voor
Vaderlandse Geschiedenis ('s-Gravenhage, 1988). De voornaamste aanpassingen zijn:
Met betrekking tot het onderscheid tussen y en ij geldt: overal waar in het moderne Ne
derlands de ij-klank in gebruik is, wordt getranscribeerd ij. in alle andere gevallen is de
letter weergegeven met y.
Romeinse cijfers zijn in Arabische cijfers weergegeven.
Hoofdletters en kleine letters zijn naar hedendaags gebruik genormaliseerd. De inter
punctie is aangepast of aangevuld waar het nodig was voor de duidelijkheid.
Apostrofs zijn naar hedendaags gebruik afgedrukt en in de regel in woorden als d' en t'
opgelost in de en te.
Afkortingen worden voluit geschreven, met uitzondering van 'voorn.' en 'voors.', dat op
meer dan één wijze kan worden opgelost: voorseide, voorschreven, voorszeght.