II Glossarium bedwang rusty ck 3 polijt publicatie put quitantie rechten chierlijck daeraff des 't oirconde deursteecken discretie duym expres fabryckmeesters gerenomeert groot malcander mits mitsdesen naer advenant net noch- ordonnantie paveytsel pedestal perdis Ten aanzien van het scheiden en aaneenschrijven van woorden is het hedendaagse Ne derlands als uitgangspunt genomen. In de tekst is aangegeven waar in het manuscript een nieuw folio begint. advenant bailge bailgie basement bequaem burgemeesters - zie 'naer advenant'. - leuning, balustrade, hekwerk, gevormd door kleine pijlers, die door een dekstuk verbonden zijn. - zie bailge. - het onderdeel in de kolomorde dat zich bevindt tussen het pedestal en de pilaar. - het aanwenden van rechtsmiddelen tot het doen vervullen van een rechtsplicht. - naar genoegen van de opdrachtgevers. - waren belast met de dagelijkse leiding der zaken en vormden het eigenlijke bestuur van de stad. - fraai bewerkt. - daarvan. - vaste formule aan het slot van een officieel stuk. - doorsteken. - beoordeling, goedvinden. - lengtemaat van ongeveer 2,6 cm. - nadrukkelijk. - waren die belast was met het toezicht op de openbare werken. - welbekend. - een halve stuiver. - elkander. - vanwege. - derhalve. - naar verhouding. - gefrijnd-, gehouwen steen voorzien van groefjes. - bovendien. - voorschrift, verordening van het stadsbestuur. - vloersteen. - een voetstuk van een zuil of van een standbeeld. - een bijvorm van bordes, hier in de betekenis van de vloer bovenaan de trap. - net, keurig. - openlijke aankondiging. - steengroeve. - ontslag van de verplichting. - het meervoud rechten wordt gebruikt ter aanduiding van complexen van rechtsgewoonten of -regels met meestal plaatselijk beperkte geldigheid. Vaak in verbinding met synonieme woorden, in een vaste formule 'alle rechten en rechteren'. - muurwerk waaraan men door middel van bewerking van de stenen het voorkomen van ruwheid en tegelijk stevigheid geeft.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1997 | | pagina 5