De benedenste lijst der voors. leunen sal doorgaens zijn de bovenste lijst van de pedestallen. 5 5. Van her latijnse terminus: grenskolornmen. "Bij de Romeinen was Terminus de naam voor den god der grenzen en voor beelden daarvan. De termen worden of als vrijstaande beelden in tuinen, of als kolommen en cariatyden tot het dragen van een entablement aangebracht.” Woor denboek der Nederlandsche Taal (XVI, 1934) 1584. Het entablement is in dit geval de leuning. De steenen van 't voorwerck onder de trappe zullen de sommighe eene, de sommige ander halve voet, off wat minder off meerder, lang ende dick wesen naer de redenen (om 't sterck- ste werck aff te maecken) vereyschen zal. 4. Oude lengtemaat, die de breedte van de duim voorstelt. De lengte van de Rijnlandse voet werd verdeeld in 12 duimen. Een duim komt dus ongeveer overeen met 2,6 cm. Aan 't voors. werck zullen (volghende het affgeteyckende patroon) gewrocht worden ne- ghenthien ofte een ende twintich termen5 naer 's werx vereysschen ende believen van de voorn, heeren, elck van een stuck hooch drie voeten, een voet viercant zulx ende zoo chier- lijck gemaeckt als de voors. aenteyckeninge in 't ruyde aenwijsende es. Aan 't voors. werck sullen gewrocht worden eerstelijcken vier pedestallen, byder aerden, elck van een stuck, daeraff de twee middelste drie voeten hooch, twee voeten viercant ende de andere twee op de houcken anderhalven duym lagher en viercant als voren zullen sijn. Op de voors. pedestallen zullen comen basementten van breete ende swaerte nae den eysch van 't werck, elck van een stuck gemaeckt, met vier pilaers daerop, daeraff die houckpilaers vijff voeten ende drie duym, de middelste zes voeten van een stuck hooch ende een voet viercant zullen zijn, altsamen gewrocht conform affteyckeninghe ende patroon voors. Aen 't voors. werck sullen ghewrocht worden drie leunen, de middelste in 't waterpas, de andere twee nederdalende, elck lang elff voeten doorgaens, breet twee ende twintich duy- men, acht ende een halven duym dick, daeraff de middelste (des doenlijcken) van een, ende de affdalende van twee stucken zullen zijn. De vier leeuwen die boven op de pilaers zullen sitten, elx van een steen met een schilt tus- schen de claeuwen hooch drie voeten ende een halff, dick naer advenant, constich gewrocht met zulcke wapenen in de schilden als de heeren van de stadt begheren zullen. De capitelen der voors. pilaers zullen hooch wesen elff duymen van een stuck dick ende breedt nae de basementen ende 't werx behooren. De twee andere pedestallen, die boven de middelste pilaers op de leunen zullen comen om de leeuwen op te sitten, zullen elck van een stuck hooch wesen drie voeten ende achthien duym, viercant gewrocht als voren. folio 1 14R Gelijck oock de benedenste lijst van de pedestallen doorgaens het geheele werck gaen ende mitsdien den dorpel van de poort onder de trappe maecken ende met brengen zal.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1997 | | pagina 7