nis f 54 '*-• r JL f Sectie D van de gemeente Gouda, De Raam. in elk perceel, behorend tot dit gebied, staat de naam van de eigenaar vermeld. Een naar inhoud vrijwel identieke kaart, maar groter van afmeting en fraaier van uitvoering berust in de Collectie Bodel Nijenhuis te Leiden.16 Ten westen van Gouda lag veen, dat bijzonder geschikt was voor de bereiding van brandstof. Door overmatig vervenen en slagturven ontstonden hier grote watervlakten, die door de veelal heersende zuidwestenwind een bedreiging gingen vormen voor Gouda en om geving. Daarom verleenden de staten van Holland de stad in 1653 een octrooi, waarin werd bepaald, dat binnen een cirkel van negenhonderd roeden rond Gouda niet mocht worden ge- veend of geslagturfd.17 Op de "Kaerte van de neegen-hondert roede om de stadt der Gouw” uit 1655 van Gerredt Dircks is deze cirkel vastgelegd.18 De kaart is, mogelijk door veelvuldig gebruik, vuil geworden, verbleekt en nog amper te lezen. Deze omstandigheid en de waardevolle perkamenten drager wijzen op het belang, dat aan het document gehecht werd. Hoewel Gouda aanvankelijk een belangrijke handels- en industriestad was, nam de betekenis ervan geleidelijk af. Vooral in de achttiende eeuw ging het Gouda, economisch gezien, steeds slechter. De teruggang weerspiegelt zich in het geringe aantal manuscriptkaarten uit deze periode. De aanwezige kaarten betreffen de plannen tot droogmaking van de Groote Zuidplas ten westen van de Gouwe. Hoewel J. van Schaick al in 1779 zijn eerste "Conceptkaart tot Droogmaking van de Groote Plass"19 maakte, kwam het pas omstreeks 1840 daadwerkelijk tot de droogmaking. - C Öl J J.J;.’ 1 J-f'f iï- ■-ƒ Atu

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1997 | | pagina 8