Duur van het werk 11 bruggen, torens, huizen, poorten (zelfs het privaat van de Tiendewegspoort9), en vensters aan het stadhuis. Hij werd bijna altijd vergezeld door zijn maten Harmen Meuszoon en Andries Janszoon. En ze verdienden alle drie evenveel: 8 groten per dag. Jarenlang was Adriaen Hugezoon Gouda's stadstimmerman, die alle karweien opknapte. Ook van cruciaal belang was de houtleverancier Adriaen Dirckszoon de houtcoper, die bijna alle balken, palen, planken, sparren (zelfs uit Deventer afkomstig) leverde, evenals Jan de Vries, die goed was voor 9 planken, en Ewout die houtcoper en Si mon Jacobszoon. En Jan Vallick en zijn maat zaagden de Deventer sparren in plan ken. De slepers die al dat hout naar de plaats van bestemming brachten waren Claes Harmanszoon, Broer die sleper en Jacob Gheritszoon. Voor het eigenlijke bouwen gebruikte men schuiten, die gehuurd werden van Vrerick die scuytevoirrer, zoon van Jan, terwijl Willem Claeszoon sceepmaecker zorgde voor een kleischuit en Comelis Karstanszoon voor schouwen. Gherit sceepmaecker verhuurde een schuit waarmee men de palen in de bodem van de IJssel heide. Dat karwei werd geklaard door 13 heiers, niet met name genoemd. Met nog 2 anderen sloegen ze bovendien 2 palen in de rivierbodem voor het afmeren van de werkschepen. En dan was er Jacob die wielmaecker als leverancier van een stuk hout "dat men besichde opte IJselbrugghe". En een paar bladzijden verder hebben ze het weer over "een planck daermen die walbrugge off maeckte", door hem geleverd, maar daar staat weer niet bij wélke ophaalbrug dat was. Misschien wel een andere in de stad. Het zou leuk zijn, als dat de klap van ónze ophaalbrug was geweest. Misschien kan prijsvergelijking hierbij helpen. Zo blijft de historicus tobben. De houten brug vergde heel wat ijzerwerk: grote en kleine spijkers, lasijzers en "scos-spijkers", geleverd door Willem smit. Hij was gedurende een lange reeks van jaren de ijzerleverancier van de stad. Al deze Goudse vakmensen hebben hun steentje bijgedragen aan de bouw van Gouda's vaste oeververbinding met Stolwijkersluis. Ook de duur van het werk kunnen we bij benadering uitrekenen aan de hand van het aantal dagen waarvoor iedere arbeider uitbetaald werd. Als we alleen de werkdagen van de drie belangrijkste timmerlieden als maatstaf nemen komen we aan 120 dagen, d.w.z. ruim vier maanden. Is dat een plausibele tijd om een houten brug te bouwen? De stadsrekeningen registreren helaas de exacte data niet. 9 Een post in de stadsrekening van 1503: "Adriaen Hugezoon mit zijn knecht van 10 daeghen werkens ande privaet ande thiendewechspoort". OA 1164, f25

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 13