Waar stond de verraderstoren? Wanneer en door wie werd het verraad gepleegd? door C.J. Matthijs 18 e titel van dit artikel bestaat uit twee vragen. De laatste vraag werd uitvoe rig beschreven door Ignatius Walvis in “Beschrijving der stad Gouda”, 1714, deel I, blz. 365-370. De eerste vraag wil ik graag trachten te beant woorden in deze bijdrage. De vroegere archivaris G.J.J. Pot heeft in zijn artikelenreeks “Gouda als vestingstad, muren, poorten, torens en verdere verdedigingswerken” vermeld, dat de Verradersto ren naast het Vlamingspoortje stond. Op de kaart uit de Atlas van Blaeu 1650 staat een toren getekend en daarnaast nummer 63 (in de index: “Verlooren Kost, eertijts Verraderstooren”). Wat de Verloren Kost betreft, daar kan ik mij mee verenigen. Het water van de Turfsingel staat onder de toren in verbinding met de Verloren Kost. Maar de afstand tot de Vlamingspoort is 56 Rijnlandse roeden (200 meter), en dat kan ik beslist niet ‘naast’ noemen. Pot vermeldt, dat in 1516 midden tussen de Vlamingspoort en de Verloren Kost de “Vleyshouwerstoorn” stond. Hem waren geen verdere bijzonderheden bekend. Vol gens mij werd déze poort later de Varraderspoort genoemd. In de eigen boeken vond ik een transport dat hier de oplossing bracht. In 1572 hadden burgemeester en schepenen van Gouda, op aandringen van Heer Adriaan van Swieten, besloten de stad te stellen onder het bevel van Prins Willem van Oranje. Er waren ook burgers, trouw aan koning Philips II, die met een list Spaanse troepen in de stad wilden brengen. Een zekere Adriaan Pietersz had een briefje geschreven, omwikkeld met een kluwen garen, en stuurde op 3 februari 1574 een boer hiermee in een pont over het water van de Turfsingel. Toen deze bij de Vlamingpoort voet aan wal zette, wilde hij naar voren dringen. Een poortwachter pakte hem ruw beet, waardoor het pakje op de grond viel. Een omstaander, die garen nodig had, raapte het op en begon de draad af te wikkelen. De boer smeekte zó hevig om de kluwen, dat men argwaan kreeg, zodat hij in het gevang belandde. Adriaan Pietersz had er niet aan gedacht om zijn handschrift te verdraaien; ook hij zal wel in de verraderstoren zijn opgesloten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 20