vervolgens met groot genoegen en besloot de hem onbekende auteur enkele brieven te schrijven. De eerste brief bleef onbeantwoord, doch de tweede viel zozeer bij Ber bers in de smaak, dat hij deze aangreep om Tomberg als collega naar Gouda te ha len. Zo kon het gebeuren dat Herboldus Tomberg op 17 december 1598 “in ‘t zwart leer met een zaaij overtrekzel ter Goude aanquam” en er zijn eerste predikatie hield. Ruim twintig jaar zou Tomberg de Goudse gemeente dienen, waarbij hij zich in woord en geschrift een fel voorvechter van de remonstrantse zaak betoonde. In 1612 liet hij bij de befaamde Goudse drukker Jasper Tournay De cleyne zandtberch van parabolen ende gelijckenissen drukken, waarmee hij in het hele land bekendheid verwierf.15 Zijn ‘val’ als Gouds predikant werd echter onvermijdelijk toen de Dordt- se synode de remonstranten uit de Gereformeerde Kerk stootte. Tomberg werd gearresteerd en na een hechtenis van acht weken tezamen met vijf medebroeders het land uitgewezen. Op 19 juli 1619 werden zij met paard en wagen in regen en wind naar Waalwijk gebracht, buiten het territoir van de Republiek, waar het zestal in het open veld langs de weg werd afgezet. Al deze bijzonderheden werden door de Goudse predikant op schrift gesteld en zijn aantekeningen bleven in het bezit van de familie Tomberg, tot Walvis er in het begin van de achttiende eeuw inzage in kreeg. Een speurtocht naar de huidige verblijfplaats van het geschrift leverde helaas niets op, zodat gevreesd moet worden dat het inmid dels verloren is gegaan. Wel blijken er in het archief van de remonstrantse gemeente van Rotterdam nog twee uiterst merkwaardige brieven van Herboldus Tomberg te berusten, die hij in augustus 1619 schreef vanuit zijn ballingschap in Waalwijk. Uit de inhoud blijkt hoezeer de turbulente gebeurtenissen van die dagen de afgezette pre dikant hadden aangegrepen. Hem was ter ore gekomen dat er een merkwaardig verhaal de ronde deed dat hij al slapende een brief zou hebben geschreven. Vandaar dat hij enkele vrienden de toedracht van dit mirakel uit de doeken deed. Op 29 juli, de negende dag van zijn ballingschap, toen hij ‘s nachts een brief zat te schrijven, overviel hem een ongekende “soeten ende diepen slaep”. Het eerste deel van de be treffende brief had een troostende strekking in bewoordingen die betamelijk waren voor een dominee. Daarna volgden echter nog negen regels in een grover handschrift dan het voorafgaande. De woorden waren leesbaar, maar vreemd en onsamenhan gend. Tomberg herkende Duits, Frans en Latijn, maar ook woorden in talen die hij niet kon thuisbrengen. Het slot van de regels was echter in nog grotere letters ge schreven en wel weer duidelijk te lezen. Er stond: “HET DANK WEL OP, ENDE 15 Zie over de drukker: P.H.A.M. Abels, Spreekbuis voor dissenters. De drukkerij van Jasper Tour- nay, in: N.D.B. Habennehl e.a. (red In de stad van Die Goude, Delft 1992, 221-262, en L. Boots, ‘Gedruckt ter Goude, by Jasper Toumay’. Het zeventiende-eeuwse boekenfonds van boekdrukker Jasper Toumay, in: Tidinge van Die Goude 15 (1997) 79-95 36

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 10