44 Die hebben gegeven een goed exempel, Die worden verdreven uit desen Tempel, En die de waarheidt hebben gezeidt, Die worden ten lande uitgeleidt Die Land en Stede hebben geweest als vaders Die scheld men nu als Landverraders: Maer die daer zijn des Satans klerken Die geeft men nu de groote kerken: Want sij spreeken meest logenen altegader Mits de meester der logenen is hunne Vader. In schilderachtige bewoordingen schetst Walvis vervolgens de rumoerige teruggave van de Sint-Janskerk aan de contraremonstranten. Hoewel er reeds veel bijzonderhe den bekend zijn over de volkswoede die bij deze gelegenheid opborrelde, onder meer dankzij de boeken van Brandt en Trigland, weet Walvis met hulp van Tomberg hier nog enkele saillante details aan toe te voegen. Zo vermeldt hij de tekst van het vol gende gedicht, dat door onbekenden op de kerkdeur van de Sintjan werd gespijkerd: van Die de spiritualist Scbastiaan Frank had vertaald en laten drukken. Hiermee wordt ein delijk duidelijk wie ervoor verantwoordelijk was, dat dit omstreden boekwerk door Jasper Tournay werd gedrukt.31 In chronologische volgorde passeren in de daaropvolgende folio’s de voornaamste verwikkelingen in de periode 16171619 de revue, toen de Bestandstwisten hun hoogtepunt bereikten. Bijzondere aandacht schenkt Walvis daarbij aan de opstelling van Gouda in de Statenvergadering van Holland. De regenten konden het houden van een nationale synode ter beslechting van de geschillen uiteindelijk niet voorkomen en moesten hun verzet bekopen met hun politieke val. De wetsverzetting in Gouda door prins Maurits wordt uitvoerig door Walvis beschreven, evenals de afzetting van de drie remonstrantse predikanten Poppius, Tomberg en Herbers junior. Bijzonder is de ruime aandacht die hij schenkt aan de geleerde Conradus Vorstius, die zeven jaar lang in Gouda verbleef, nadat een benoeming tot hoogleraar theologie in Leiden als beoogde opvolger van Jacobus Arminius geen doorgang vond. Ook hij werd veroor deeld door de Dordtse synode en diende het land te verlaten. Evenals Tomberg begaf hij zich naar Sleeswijk-Holstein, waar hij in 1622 op het slot Tonningen overleed.32 32 Zie over hem P.H.A.M Abels, Vorstius in Gouda, ‘het nest der ketters’, in: Tidinge Goude 6 (1988) 7-9. 31 Boots ‘Gedruckt ter Goude, by Jasper Toumay’, 84 maakt hier nog geen melding van.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 18