1648: de Vrede van Munster in Gouda door drs Jan Willem Klein Dit jaar wordt alom in het land aandacht geschonken aan het feit, dat 350 jaar geleden de Vrede van Munster gesloten werd tussen het koninkrijk Spanje enerzijds en de Verenigde Nederlanden anderzijds. De vredesovereenkomst was op 30 januari 1648, maar de officiële ratificatie liet nog en kele maanden op zich wachten, omdat Utrecht en vooral Zeeland grote bezwaren hadden en zich verzetten. Pas in mei waren alle moeilijkheden uit de lucht en op de 19e van die maand besloten de Staten Generaal dat de officiële publicatie van de vrede zou plaatsvin den op 5 juni 1648 ‘ende ten s elven dage de kloeken gelnyt, gevuyrt ende andere teyckenen van blijdtschap na ouder gewoonten getoont’ zouden worden.' Dit leidde tot grote feestelijkheden in de Verenigde Nederlanden. Ook in Gouda liet men zich niet onbetuigd. Diverse archivalia maken gewag van activi teiten rond de Vrede van Munster. De magistraat besteedde een groot deel van de vergadering op 30 mei 1648 aan de vaststelling van de feestelijkheden voor vrijdag 5 ju ni.2 Op de Markt zouden twee masten opgesteld worden, één voor en één achter het stadhuis, waarin in totaal 70 pektonnen gehangen werden. Ook de magistraat en de vroedschap kregen pektonnen om voor hun huis te plaatsen. Het aantal tonnen dat zij kre gen hing af van hun functie. Zo kregen de baljuw en de vier burgemeesters er elk tien, de zeven schepenen kregen er elk vijf, evenals de thesauriers, de fabriekmeesters en de secre tarissen. De overige vroedschapsleden kregen er in principe elk drie. Men kreeg er echter vijf, wanneer men ook nog een ander ambt bekleedde. Dit was het geval met Dirck Zas Thoenensz, die ook Commissaris van de stadsexcijsen was, met Johan Pietersz. Crabeth, die ook als Gecommitteerde Raad ter Admiraliteit te Amsterdam diende, en met Joost van den Bogaert en Jan Jansz. Smit, die beiden kapitein van de schutterij waren. In totaal zouden er die vijfde juni 274 pektonnen in de stad branden. Rond de officiële afkondiging van de vrede werd ook het nodige geregeld. Zo zou de pui van het stadhuis met ‘tapijt cleet behangen worden. De proclamatie zou om 11 uur beginnen en letterlijk ingeluid worden. Van 10 uur tot half 11 zou de klok van de St. Janskerk luiden en van half 11 tot 11 het klokje van het stadhuis. Na het voorle zen van de tekst van het traktaat van de vrede en van de afkondiging van een bede-en dankdag (op woensdag 10 juli), zou er gemusiceerd worden met trompetten, schal meien en andere instrumenten. Tevens zouden er kanonschoten worden afgevuurd. 53 1 J. J. Poelhekke, De Vrede van Munster. 's-Gravenhage 1948, p. 540. 2Gouda, SAHM, OA Gouda, inv.nr. 100 (Kamerboek 1646-1650): jaar 1648, f. 40v-42r.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 27