Het 2de toneel was Het 3de toneel was Het 4de toneel was 56 De eerste verthoning De Vrije Nederlandsche Maagd, int midden vant toneel sittende op een heerlijcke royaale setel. omringd van haare arme ende ellendige nabueren, als Duytschen, Walen, Vlaemingen en Brabanders; de verdructe Christenen in Candia Kreta] en andere benaauwde volckeren aen de Middelandsche Zee gelegen. De Coning van Spaengien op een heerlijcke setinge, oock mede de Vrije Maagd op een heerlijcke setinge, biedende malcanderen de handt, en worden van den throon gecroont van Liefde ende Vreede; de omstanders van alle natie, elck met een bloot swaert in de handt, met de reghter vinger om hoogh, beteyckenende den Eedt. De Vrije Maagd, verseldt aan de reghterhand de Liefde, aen de slinckerhand de Gereghtigheydt, opgestaan van haeren throon, bied aen de geknielde Oodtmoed, verseld met verscheyde natie tot gethuygen. De Vrije Maagd, bestreeden van Jalousie, Haat, Nijdt, Thoorn, Roof, Moordt, Brandt; de omstanders van alle natiën geknielt. Verthoninge van de Caemer van Rethorica tot Gouda, uyt jonste begrepen, gedaan over de eeuwige vreede tusschen den Con. van Spaengie en de grootmog. Heeren Sta ten, den v Junij 1648. Voor deze vertoning liet het stadsbestuur een podium (een ‘theatrum’) bouwen.9 Waar dit podium gestaan heeft is niet zeker, maar dat was naar alle waarschijnlijkheid op de Markt voor het stadhuis. De magistraat achtte dit schouwspel wel een financiële vergoeding waard: op 9 juni kregen de rederijkers de som van maar liefst 200 gulden ‘voor de costen die sijluyden gehadt hebben op het doen van de vertooninge van de Vrede ’.l0 Later nog eens aangevuld met 14 gulden voor nakomende kosten.'1 ’Gouda, SAHM, OA Gouda, inv.nr. 100 (Kamerboek 1646-1650): jaar 1648, f. 42r. l0Gouda, SAHM, OA Gouda, inv.nr. 1295 (Stadsrekening over 1648), f. 450v-451r. 11 Ibidem, f. 45 Ir; zie ook OA Gouda, inv.nr. 100 (Kamerboek 1646-1650); jaar 1648, f. 45v.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 30