Regalia van Nieuwerkerks burgemeester
door Adri den Boer
Nieuwerkerkse gemeentepenning
In 1852 boden de Commissarissen des Konings provinciale bemiddeling aan tot ge
meenschappelijke aanvraag bij enkele stempelsnijders van ‘s Rijks Munt te Utrecht.
Inleiding
“Die ambtsketen heeft mijn man nog in Schoonhoven laten maken. De oude leek
wel een hondenketting”Aldus begroette mevrouw D.E. van Dijk-Siegers deze zomer
de Capelse loco-burgemeester, die ter gelegenheid van het diamanten huwelijk van
het oud-burgemeestersechtpaar Van Dijk op bezoek kwam1
Veel burgemeesters(echtparen) hechtten aan statussymbolen. Na de Gemeentewet
van 29 juni 1851 bepaalde Koning Willem III bij besluit van 16 november 1852
welke onderscheidingstekenen de burgemeester moet dragen en wanneer: “De onder
scheidingstekenen door de burgemeester te dragen bestaan in een zilveren
penning, hebbende een middellijn van veertig strepen en vertonende aan de ene
zijde het wapen des Rijks, aan de andere dat der gemeente of zo de gemeente geen
wapen heeft, de naam der gemeente; de penning hangende op de borst, hetzij aan
een zilveren keten, hetzij aan een oranje zijden lint; de keten of het lint op beide
schouders aan de rok of het opperkleed vastgehecht. De Raad van State veron
derstelde dat het lint het meest geliefd zou zijn in de Nederlandse cultuur. Dat bleek
echter niet het geval; waar aanvankelijk het oranje lint werd benut, werd dit vaak
snel vervangen door een keten. Ook werden standaard-ketens volgens modellen van
Binnenlandse Zaken vervangen door luxe exemplaren, vaak zó, dat de penning min
der opvalt.
Behalve een ambtspcnning mag de burgemeester bij plechtige gelegenheden ook een
ambtskostuum dragen. Weinig burgemeesters echter veroorloofden zich het aan
schaffen ervan. Evenmin als bij penning en eventuele keten was aanschaf daarvan uit
de gemeentekas vanzelfsprekend.2
Naast de bij Koninklijk Besluit geregelde of toegelaten regalia hoort bijvoorbeeld
ook een stoel met hogere rug en een voorzittershamer tot de onderscheidingstekens
tijdens raadsvergaderingen.
1 IJssel- en Lektreek, 2 juli 1998
2 B. ter Molen-den Outer, Ambtsketens van burgemeesters in Nederland, Den Haag 1979, passim.
58