Mj
Gelukkig heeft de Goudse pastoor in het archief van de Oud-Katholieke Parochie
van St. Johannes de Doper echter ook onuitgegeven en tot op heden nauwelijks be
studeerde handschriften nagelaten, die het mogelijk maken zijn historische werk aan
een nadere beschouwing te onderwerpen. In deze bijdrage zal één van die hand
schriften, handelend over de reformatiegeschicdenis van Gouda, geanalyseerd
worden met als doel een scherper licht te werpen op Ignatius Walvis als historicus.
Pastoor en geschiedschrijver
De in 1653 te Utrecht gebo
ren Ignatius Walvis werd na
zijn theologiestudie te Leu
ven kapelaan in Den Haag.
Na tien jaar verhuisde hij
naar Gouda, waar hij in
1688 pastoor werd van de
‘kleine Sint-Jan’ aan de
Hoge Gouwe.3 Al vroeg in
zijn loopbaan raakte hij
nauw betrokken bij heftige
twisten binnen de katholieke
kerk. Kern van het conflict
was de vraag wie in de
Nederlanden bisschoppen
mocht benoemen. Het pau
selijk gezag in Rome was
van mening dat de Neder
landse kerkelijke hiërarchie
had opgehouden te bestaan
door toedoen van de
Reformatie. De kerkprovin
cie werd beschouwd als De Goudse stadsgeschiedschrijver, pastoor Ignatius Walvis
missiegebied en onder direct gezag geplaatst van de Congregatie De Propaganda Fi
de. Rome wenste de bisschoppen te benoemen, zonder inmenging van geestelijkheid
of kapittels uit het gebied. Met name het Utrechts kapittel of Vicariaat wees deze
opvatting van de hand en pretendeerde continuïteit in het kerkelijk bestuur te verte
genwoordigen.
3 Een korte biografische schets van Walvis is te vinden in: J. Schouten, Wie waren zij? Een reeks
van Goudse mannen en vrouwen, die men niet mag vergeten, Alphen aan den Rijn 1989, 105-113
30
/ld