33 Met zijn onvoltooide poging tot het schrijven van een geschiedenis van de Reforma tie te Gouda heeft de oud-katholiekc pastoor een karwei aangevat, dat tot op de dag van vandaag onafgemaakt is gebleven. Op zich mag dit hiaat in de stedelijke ge schiedschrijving verwonderlijk heten, aangezien de stad een voor Hollandse begrippen zeer bijzondere kerkelijke ontwikkeling heeft doorgemaakt van vrijzinnig bolwerk naar Hochbnrg van de calvinistische orthodoxie. Het beleid van de stedelijke overheid was er in de eerste tientallen jaren na de Over- gang op gericht scherpslijperij te weren. Zij wenste dat in de Sint-Jan kerkelijk en geestelijk onderdak geboden werd aan een zo groot mogelijk deel van de Gouwena ren. Bij het aantrekken van dominees ging de voorkeur daarom uit naar evangeliedienaren die een ruime ‘volkskerk’ voorstonden, niet wars waren van enige overheidsbemoeienis in kerkelijke aangelegenheden en bereid waren tot een milde toepassing van de tucht. Daarnaast bood de stad gastvrij onderdak aan kerkelijke Querdenckers van velerlei pluimage, waardoor Gouda wijd en zijd bekendheid kreeg Ook zou uit de gekozen formulering opgemaakt kunnen worden, dat deze tekst be doeld was als een afzonderlijk geschrift en niet als een onderdeel van een ander werk. Tegen die veronderstelling pleit echter het ontbreken van een titel, waardoor het aan haken bij een andere tekst (die van de stadsgeschiedschrijving?) in principe tot de mogelijkheden behoorde. Bij gebrek aan een officiële titel hebben wij het manuscript aangeduid als De Goud- sche onkatolijke kerkzaken, omdat het manuscript ergens in de tekst als zodanig wordt aangeduid. De auteur bespreekt daarin m chronologische volgorde de lotge vallen van verschillende protestantse stromingen in Gouda sedert 1572, vanaf het moment dat de roomskatholieken de Grote of Sint-Janskerk moesten overdragen aan de hervormingsgezinden. Over de eerste vijftig jaar, dat wil zeggen tot en met het jaar 1621, doet Walvis zeer uitvoerig verslag van de ontwikkelingen. Daarna maakt hij nog slechts summier melding van enkele gebeurtenissen in 1622, 1624 en 1625. Uit zijn eigen tijd meldt hij voorts nog enige wederwaardigheden uit 1688, het jaar van zijn aankomst in Gouda, 1705 en 1708. In hetzelfde parochicarchief bevindt zich voorts nog een blad met kladaantekeningen, dat uit het originele manuscript ge scheurd lijkt te zijn." Hierop staan nog enkele notities over gebeurtenissen uit de jaren 1621 en 1677. Het verhaal van De Goudsche onkatolijke kerkzaken heeft dus alle kenmerken van een ‘Unvollendete’. Toch geeft het manuscript zowel over de rcformatiegeschiedenis van Gouda als over de werkwijze van geschiedschrijver Walvis zoveel waardevollc informatie prijs, dat het wel degelijk onze bijzondere aandacht verdient. 11 SAHM, Archief Oud-Katholieke Kerk, inv.nr. 2

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 7