Nergens echter vinden we in het bewuste archief enige latere verwijzing naar dit
standpunt of naar het voorgenomen overleg over de tekst op het monument met de andere
geledingen van het Houtmanscomité. De uiteindelijke tekst op het monument vermeldt -
zoals bekend - uitsluitend de gebroeders De Houtman. We mogen veronderstellen dat
bovengenoemde concessies werden gedaan op een moment dat de voortgang van het
project zich in een kritieke fase bevond. Toen enige jaren later vaststond dat het
momument er zou komen, is het hoofdcomité - waarschijnlijk zonder overleg met
bovengenoemde personen en instanties - de koers weer gaan verleggen naar het
oorspronkelijke doel: de oprichting van een monument uitsluitend ter ere van de gebroe
ders De Houtman. Toen in 1879 de prijsvraag werd uitgeschreven voor het ontwerp van
het Houtmansmonument, stond niet de vorm maar de (huidige) tekst dan ook reeds vast:
"Aan de gebroeders Comelis en Frederik de Houtman, inboorlingen en burgers van
Gouda, als grondleggers van het verbond van Nederland en Insulinde. Het dankbaar
nageslacht".
Op 29 september 1879 werd het ontwerp van Xaver Stracké (1850-1934), een
Amsterdammer uit een Westfaals beeldhouwersgeslacht, als het beste beoordeeld.88 Hij
ontving ƒ100,- voor zijn bijdrage. Na voltooiing van het monument bedroeg zijn
honorarium ƒ2000,—. Beide andere inzenders, de Goudse stadstekenmeester Bertelman en
de heer Burgersdijk, ontvingen ieder ƒ50,— 89 Het stellen van de fundering werd verricht
door de Goudse metselaar Rozendaal, kosten ƒ126,-.
De onthulling van het monument vond plaats op donderdag 1 juli 1880. Deze
datum was met opzet gekozen, omdat op 1 juli 1596 het verbond was gesloten tussen de
vorst van Bantam en Comelis de Houtman, het eerste officiële verbond tussen Nederland
en Oost-Indië.
Om één uur 's middags vond de ontvangst plaats van de genodigden in de raadszaal
van het Goudse stadhuis. Burgemeester Van Bergen IJzendoom verwelkomde de gasten,
waarna de tentoongestelde voorwerpen werden bezichtigd. Deze waren opgesteld in de
burgemeesterskamer, waaronder een groot portret van Frederick de Houtman90, een kaart
met vier schepen, een groot aantal kaarten en prenten, gedenkpenningen en het manu
script Cort Verhael van Frederick over de tweede reis naar Oost-Indië.
93
89 Voor gegevens over J.J. Bertelman (1821-1899) zie J. Schouten, Wie waren zij; een reeks van
Goudse mannen en vrouwen, die men niet mag vergeten. Alphen aan den Rijn 1980, pp.185-195. De
afbeeldingen van de beide andere inzendingen zijn bewaard gebleven. Gouda, SAHM, foto nrs.
1592 en 1604.
90Een portret van Comelis de Houtman was destijds nog niet bekend en werd pas later ontdekt.
88 Y. Koopmans, "Koloniale expansie en de Nederlandse monumentale sculptuur", in Tijdschrift
voor Geschiedenis, 105e jaargang, nr. 1, 1992, pp. 383-406.