115 2. Toelichting Alles draaide bij deze verbeteringen om de betekenis van het woord bleien. Om een antwoord op de door mij - op pagina 16 van De Schatkamer van april 1998 - gestelde vraag te krijgen, heb ik contact opgenomen met dr. ing. H. Janse, die gedurende 33 jaar als bouwhistoricus/architect verbonden was aan de Rijksdienst voor Monumentenzorg en auteur is van een groot aantal publicaties op het gebied van bouwhistorie en restauratie. Uit zijn brieven citeer ik hierna twee passages. 2.1 “U gaat ervan uit dat blau cn bleien iets te maken heeft met blauw en gaat dan meteen door met de verklaring dat dit blauwe hardsteen zou zijn. Als u naar de dikte van het materiaal kijkt, een halve duim, blijkt al dat dit niet over natuursteen kan gaan. Bovendien werd de nu (blauwe) hardsteen genoemde soort toen nog blauwe arduin of blauwsteen genoemd. De benaming hardsteen is in deze betekenis pas in de 19de eeuw opgekomen. Daarvoor gold het in het algemeen voor natuursteen en in het bijzonder voor zandsteen. Het gaat hier over bladen eikenhout, namelijk wagenschot van 1/2 duim dik en kennelijk door de drie leveranciers in verschillende lengten en breedten geleverd. Ook aan de prijs is dat af te lezen. Hiermee zijn dc rondingen aan dc luifels beschoten.”3 Wagenschot wordt in het algemeen beschouwd als het beste eikenhout. Het is zo gezaagd dat de jaarringen praktisch loodrecht op het oppervlak van het hout staan. Een stam wordt over de volle lengte in vier delen verdeeld. Aan weerszijden van dc deelvlakkcn komt een strook van ca. 5 centimeter in aanmerking om kwartiers gezaagd te worden. Het zo gezaagde wagenschot heeft slechts aan één zijde waan of spint en in het midden nooit hout uit het hart. 2.2 Houthandelaar “Gerret Joppen Caen voerde een breed assortiment. Er waren er echter die gespecialiseerd waren in wagenschot en dat ook zelf (meestal met een molen) zaagden. En bovendien wilde men voor een bouwwerk als de Waag bepaalde maten en een bepaalde kwaliteit hebben. Voor meubclmakerswerk zou men waarschijnlijk een betere kwaliteit gekocht hebben dan voor de bekleding van de luifels. Bij het lezen van rekeningen moet men zich realiseren dat die door niet- bouwkundigen zijn geschreven. Zij noteerden de posten zoals de leveranciers hen die gepresenteerd hadden. Wellicht was het meervoud van blad in het plaatselijk idioom bleien, zoals het elders blayen was, in meer beschaafd Nederlands blaeden.^ 3 Brief d.d. 30 juni 1998. 4Briefd.d. 8 juli 1998.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1998 | | pagina 53