15 jaren opgevoerd zijn in respectievelijk Haarlem en Vlaardingen en waar ook een Goudse delegatie aanwezig was.43 We weten aardig wat van Hendrik Lucasz. Sas In het dagelijks leven was hij ‘Duitsche’ Nederlandstalige] schoolmeester in de stadsschool.44 In 1620 was hij in ieder geval factor van de rederijkerskamer De Goudsbloem en was hij 52 jaar. Hij had als zinspreuk ‘Gods wet is net’. Hij was ook factor in 1606, 1616, 1624 en 1631. In 1641 is hij keizer. Hij moet dan al zeker zeventig jaar zijn. Door de zinspreuk ‘Gods wet is net’ kunnen we hem ook verbinden met de spelen van Rotterdam in 1598. Enkele van de Goudse bij dragen die naar aanleiding van die bijeenkomst uitgegeven zijn, worden met die zinspreuk ondertekend. Hij moet toen ongeveer dertig jaar oud geweest zijn. Een leven lang heeft Sas zich ingezet voor de rederijkerskamer De Goudsbloem. Vanaf 1598 tot zeker 1641 was hij dichter en hoofdman van de kamer, eerst als factor (en was vermoedelijk opvolger van Michiel Reyniersz.) ‘13 866: daar wordt de naam Jacq. Hucaszoon Zas gegeven, maar het origineel heeft Per door] Hucaszoon Zas. Door deze fout in de Bibliotheca Belgica is de naam Jacob Lucasz. Sas een eigen leven gaan leiden. We komen hem ook tegen bij Witsen Geysbeek, Biografisch Anthologisch en Critisch Woordenboek der Nederduitsche dichters. 6 dln. Amsterdam 1821-1827: dl. 5, p. 208). Schotel (en Docter en Van Delft nemen dat van hem over) noemt bovendien nog een F. Lucasz. Sas (Schotel 1864, 2, p. 63-64; Docter en Van Delft 1992, p. 217. Schotel baseert zich hierbij waarschijnlijk op A.J. van der Aa, Nieuw biografisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters, 3 dln. Amsterdam 1844-1846: dl 3, p. 106). Bijdragen van de Goudse rederijkers worden soms ondertekend door Hucasz. Sas. Dit komt onder andere voor bij de spelen van Haarlem in 1606, die van Mechelen in 1620 en die van Amsterdam in 1624 (Voor Haarlem ook: Hummelen 1968, p. 209, op fol. Fff 2v: 'Per Hucassoon Sas Goods wet is net'; voor Mechelen: De Schadt-kiste der Philosophen ende Poelen, Mechelen 1621; voor Amsterdam: Levenders Reden-feest oft Amsteldams Helicon, Amsterdam 1624). Deze laatste vorm brengt ons bij de oplossing. Het blijkt in alle gevallen om een en dezelfde persoon te gaan, namelijk H. Lucasz. Sas (alweer een nieuwe naamscombinatie!). Hij ondertekende dusdanig dat de tweede poot van de H meteen de stok van de L was. Zo kunnen alle gegeven naamsvarianten verklaard worden. Duiken we nu in de archieven, dan komen we de naam H. Lucasz. Sas vaker tegen. Het meest overtuigend is een attestatie uit 1620, opgesteld door notaris C. van der Houff. Daarin wordt een mr. Hendrik Lucasz. Sas als factor van de rederijkers genoemd (Gouda, SAHM, ONA Gouda, inv.nr. 83, f. 226r: 'Mr. Hendrick Lucasz., facteur, oud lij jaren In de ondertekening komen we inderdaad de bovengenoemde letterverbinding van de H met de L tegen, zodat wc makkelijk 'Hucassoon Zas' kunnen lezen. Zijn achternaam normaliseer ik tot Sas, ondanks schrijfwijzen als Sasch, Zas, Zasch. Zie Hummelen 1968, 3 L 10 en 3 Q 11. De spelen zijn indertijd uitgegeven in het Const- Thoonende luweel, by de loflijeke stadt Haerlem, ten versoucke van Trou moet blij eken, in 't licht gebracht Tot Zwol, by Zacharias Heyns, drukker des landschaps van Over-ijssel, 1607 en in Vlaerdings Redenrijck-bergh Amsterdam, bij Korn. Fransz., 1617. Zie bijvoorbeeld Gouda, SAHM, Archief van de Latijnse school, inv.nr. 34 (inkomsten en uitgaven 1619) tot en met 37 (1643). In 1643 moet hij zijn overleden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1999 | | pagina 17