19
De som van de romeinse cijfers is nu 1784. Dat is zo dicht bij de datum
van heroprichting, 1785, dat men mag vermoeden dat de graveur de tekst niet
geheel correct heeft overgenomen en dat bijvoorbeeld een van de s vervangen
moet worden door ii. Mogelijk ook dateren de oorspronkelijke herop-
richtingsplannen al uit 1784.51
Hoe het zij, de zinspreuk op de banderol van het andere, het mysterieuze,
blazoen, die Docter en Van Delft interpreteren als ‘Uyt ionste begheert’, moet
gelezen worden als ‘Uyt jonsten begreepen’. De banderol slingert dusdanig dat
de laatste lettergreep van ‘begreepen’ weggevallen is. Overigens moeten we er
rekening mee houden dat de gravure een achttiende-eeuwse copie is van een
tekening naar het origineel: ‘geteekend naar ‘t orig. door J.H. van Doelen’, staat
er naast. Het is dus een copie van een copie. Bij het kopiëren kunnen details
anders overkomen dan ze op het origineel stonden. Er is derhalve niets myste
rieus aan ‘dit fraaie doch raadselachtige blazoen’ (p. 216): het behoort zonder
twijfel aan De Goudsbloem. Wat betreft de datum van het bijbehorende
datumvers opteer ik voor 1619: in dat jaar is De Goudsbloem naar een rederij
kersbijeenkomst in Haastrecht geweest.52 In 1618 zijn ze daarentegen thuis geble
ven. Weliswaar was er waarschijnlijk in 1618 een rederijkersfeest in Bleiswijk,
maar daarvoor heeft de kamer geen toestemming van de magistraat gekregen.53
Wanneer mijn correctie op het randschrift juist is (zie noot 49), en het jaar 1620
bedoeld zou zijn, dan zijn er twee mogelijkheden. Ten eerste zou dit blazoen
meegevoerd kunnen zijn naar het grote rederijkersfeest in Mechelen, waar Gouda
ook bij aanwezig was.54 Enkele namen van Goudse rederijkers die aan dit
Mechelse feest hebben meegedaan zijn bekend en zijn we al tegengekomen in het
verzoek tot toetreding van een paar jaar eerder. Degenen die zowel in het ver
zoek uit 1616 genoemd worden als aanwezig waren in Mechelen hebben in 1620
een functie: Andries Crijnen Verveen is in Mechelen prins, Dirk Crijnen Ver
veen is hoofdman, Pieter Crijnen Verveen vaandrig en J. Adriaensz. Schoon is
schaftmeester. Voorts worden in Mechelen nog als dichter genoemd: Ghoossen
Cornelisz. Bot; Hucasz. [sic] Sas; Pieter Alihas Melchiorsz.; J.F. Stam; Jacob
51 Overigens gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat de tekst 'Catrina' heeft, maar dat ik de C
heb vervangen door een K. Het is dus goed mogelijk dat ik dingen zie, die er helemaal niet zijn.
52 Gouda, SAHM, OA Gouda, inv.nr. 94 (Kamerboek 1617-1620), boek 1619, f. 112v, 114v,
1 18v, 126r.
53 Gouda, SAHM. OA Gouda, inv.nr. 33 (Kamerboek 1618), f. 50v.
54 Schotel 1864, dl. 2, p. 42-52 (over feest te Mechelen). De Lange van Wijngaarden 1879, p.
103. De Vooys 1941, p. 162, 169. Docter en Van Delft 1992, p. 216-217. Van Bohecmen en Van
der Heijden, dl.l, p. 202.