22
Tot zover. Een belangrijk deel van de geschiedenis van de Goudse rederijkers is
hiermee - in grote lijnen - aan bod gekomen. Alleen de zestiende eeuw is buiten
beschouwing gebleven. Daarover zal elders nog eens geschreven worden.
i Daer sjj T silveren Schip mede heeft gewonnen
i wel
i
Beginregels van het in 1616 uitgegeven
‘Spel van Sinne van de Loterije van Santvoort
waarmee “De Goudsbloem” in 1596 een prijs gwonnen had.
j De Goudsbloem ter Gou hadd' dit Spell verjonnen j
j snel i
i
i
vangen. Zo’n aparte kas heette een ‘bosse’.61 Op de inventaris uit ca. 1564 wordt
melding gemaakt van een ‘bosse’. Of de bosse van de rederijkers ook fungeerde
als een dergelijke sociale verzekeringskas is onbekend.62 Vermoedelijk niet, ge
zien het feit dat de rederijkers mogelijk ook lid waren van een gewoon
(ambachts)gilde. Waarschijnlijk werden er uit de rederijkersbosse alleen de
onkosten betaald die men maakte ter voorbereiding en realisering van opvoerin
gen en wedstrijden. Het is vrijwel zeker dat de bosse voor een deel gevuld werd
door boetes: op alle mogelijke overtredingen van de regels stonden financiële
sancties. Voor de inning daarvan was er elk kwartaal een betaaldag (strofe 31).
I-n
i
61 Hulshof 1996, p. 73-74.
62 Het is dan wel een vroege vermelding: Hulshof plaatst de oprichting van sociale bossen in de
tweede helft van de zeventiende eeuw (Hulshof 1996, p. 72), terwijl de invenatrislijst van ca. 1564
zou dateren.