194.
198.
202.
206.
210.
214.
218.
222.
- 31 -
32
Dye den duyvel noomt hyer ter steden
verbuert een grootgen, want sulcks nyet betaemt wis
Maer die daer spreect off doet vileynicheden
off yemants onwille seydt, hoet geraemt is
dye verbuert twee blanckcn, dus nyemant beschaemt fris
Alsmen yemandt met tuygen dat weet op te leggen
dye is de boeten schuldich sender wederseggen.
- 28 -
Wanneer keyser factoor off prince gebiet audiëntie
en dat yemandt nyet doet verbuert een grootgen tsijnder schae
dander reys een blanck, de derde mael maect mentie
van een stuver, en die correctie, voucht u hyer nae
Ende wye de belle clinct, verbuert soe drae
een blanck, en een stuver als hijt nyet wil laten
alst hem verboden is, dese redenen wilt vaten.
- 30-
Alle twyst geschil ende discoort
salmen Sonnendaechs nae tgebuert te vreden stellen
Eick camerist dyet heeft gesyen off gehoordt
rebellicheydt ter Camer van eenige gesellen
sal tselve keyser ofte prinche moeten vertellen
op boeten van drye stuvers ick segt u claer
om te degen84 te jugeren de saeck int openbaer.
- 29 -
Wanneer een spel bij der handt genomen is gerolleert
soo sal den factoor camer leggen mogen op vyer stuvers boeten
Ende wye hij een rolle geeft, en dien refuseert
dye verbuert een gulden, maer hij salder twee geven moeten
wye een rolle aenvaert, en over een tijdt door twystich wroeten
dye neerleydt, alsmen prouft ofte moet speelen
dan sal den bouckhouwer83 mede comen om drucks versoeten
op de verbuertc van twaelff stuvers, al soudt hem verveelen.
83. bouckhouwer: souffleur.
84. te degen: ter dege.