Uyt j onsten begrepen
door drs Jan Willem Klein
1
Een opmerking vooraf
Ter gelegenheid van de Walvisprijs 1998 heb ik een artikel ingestuurd onder de
titel ‘UYT JONSTEN BEGREPEN. De geschiedenis van de Goudse rederijkers
kamer De Goudsbloem opnieuw bezien’. Traditiegetrouw worden alle inzendin
gen voor de Walvisprijs gepubliceerd in De Schatkamer. Nu is het de beurt aan
mijn bijdrage. Ik zie echter af van een integrale publicatie. Dit heeft twee rede
nen. In de eerste plaats ben ik, achteraf gezien, niet helemaal gelukkig met som
mige gevolgtrekkingen die ik heb gemaakt. De minder geslaagde gedeeltes laat ik
daarom weg. Ten tweede is er inmiddels een studie verschenen over de Holland
se rederijkers vanaf de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw,
waarin ook Gouda ruim aan bod komt. Daar wil ik wel iets over kwijt. De studie
is het academisch proefschrift van F.C. van Boheemen en Th.C.J. van der
Heijden, en bestaat uit twee delen.
Het eerste deel is getiteld Met minnen versaemt. De Hollandse rederijkers
vanaf de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw: Bronnen en
bronnenstudies, Delft 1999. Het tweede deel heet Retoricaal Memoriaal.
Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de
middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw, Delft 1999. Vooral het
samenstellen van het tweede deel is een immens werk geweest. Alle bronnen die
zij gevonden hebben over de rederijkerskamers in alle Hollandse steden en
dorpen hebben zij hier bij elkaar gebracht. Ruim 800 pagina’s in klein korps met
archivalische en andere gegevens, gerangschikt naar plaats. Het is een ware
Fundgrube voor iedereen die zich met de Hollandse rederijkerij bezighoudt of
wil bezighouden.
Zo overweldigend als dit bronnendeel is, zo teleurstellend is de eigenlijke
studie. Er worden weliswaar zaken op een rijtje gezet en bij elkaar gebracht,
maar van een werkelijke analyse van de bronnen is geen sprake. Maar ook het
tweede deel moet met enige omzichtigheid geraadpleegd worden. Althans, de
bronnen betreffende Gouda, die ik het beste ken, zijn zeker niet allemaal foutloos
overgenomen. Het is duidelijk dat de auteurs vaak moeite hebben met het lezen
van de tekst.
Nieuwe gegevens over de Goudse rederijkers