Het hofstedegeld als eeuwigdurend bezwaar
door J.M.Kooijman en H.C.Kooijman-Tibbles
De hofstedegeldheflïng in Gouda
Over de oorspronkelijke uitgifte van de hofstedegeldpercelen is weinig bekend. In de
vanaf 1356 bewaard gebleven rekeningen van de graven van Blois worden jaarlijks
de totale inkomsten uit de hofstedegelden verantwoord.1 Als voorbeeld is op pagina
50 een transcriptie van de omschrijving in de oudste rekening 1356/57 te zien.2 Er
wordt dus slechts een totale opbrengst in geld en capoenen genoemd alsmede een
drietal erfpachten, die later ook tot de hofstedegeldopbrengsten worden gerekend. In
de volgende rekeningen komen slechts kleine aanpassingen voor: vanaf 1362/3
worden de hofsteden aan de Keizerstraat opgenomen, in 1368/9 wordt de opnieuw
verkavelde Molenwerf toegevoegd en in 1389/90 worden nog eens 20 hofsteden
toegevoegd. Tussendoor worden ook nog enkele hofsteden afgevoerd in verband met
afbraak, wanbetaling of opkoop.
Meer gedetailleerde informatie over die hofsteden was opgenomen in een
extract uit 1382, waaruit in 1714 door Walvis en in 1817 door De Lange van Wijn
gaarden is overgenomen. Het oorspronkelijk extract is inmiddels al jaren niet meer te
vinden, maar de (onderling niet geheel overeenkomende) copieën noemen een totaal
van 886 percelen en geven een indruk van de verdeling langs enkele straten.
In vele steden werd gedurende de 13e en 14e eeuw bouwgrond uitgegeven tegen
een jaarlijkse, eeuwigdurende rente. Dit zogenaamde 'hofstedegeld' betreft relatief
lage bedragen, die op basis van één of meer perceelafmetingen werden vastgesteld.
In Gouda was het recht op die heffing tot het einde van de 14e eeuw in handen van
de graven van Blois. Na 1400 is het eigendom vele malen verhandeld en uit
eindelijk kwam het in handen van de gasthuizen. De administratie en inning van
het hofstedegeld werd al vanaf het midden van de 16e eeuw tot aan de uiteindelijke
afschaffing in 1945 door het Catharina Gasthuis verzorgd. In dit artikel wordt een
indruk gegeven van het belang van die heffing.
1 Algemeen Rijksarchief Zuid Holland: Archief Graven van Blois, inv.nrs 84-123
2
Waller Zeper, S.A., Jan van Henegouwen, Heer van Beaumont (Den Haag 1914) p. 475-6
49