<71
- «r
x
z.*.
V
2,5 tegel (dus 16 hele exemplaren). De hoekvullingen zijn zogenaamde ‘ossekop-
Terzijde van de 20ste
eeuwse schoorsteen bleven
in een kast in de woonka-
mer nog gave 17 -eeuwse
figuratieve tegels bewaard.
In 1996 bleken er ook te
gels te zitten boven het
kastplafond. De vierkante
witte tegels met blauw
sierwerk bevonden zich
tegen de achterwand en de
zijwand tegen de schoor
steen en leken herplaatst.
Op de achterwand ging het
om onder 9 rijen van 4,5
tegels, daarboven nog
twee tegels en een aanvul
ling van witte tegels (dus
38 hele exemplaren). Aan
de zijkant ging het om 8,5
x
pen’. De figuren op de tegels aan de achterwand waren scheepjes, molens, land
schappen, vogels en Chinese taferelen. De figuren aan de zijwand zijn zeewezens,
waaronder vissen, maar ook (half)mensen zoals zeemeerminnen.
Blijkens de zoldervloer zat aan die zijde van de brandmuur ooit een schouw. In
een nieuwe schouw daar werden de eigen tegels meer zichtbaar herplaatst. Enkele
zijn ook herplaatst in de keuken van het woonhuis. Verder werden tegels als plinten
aangetroffen, waaronder een tegel met de bourgondische lelie uit de eerste helft van
de 17de-eeuw.
In het algemeen werden ten plattelande later tegels aangebracht dan in de stad.
Het boerenhuis moest daarvoor immers al zo zijn ontwikkeld dat er aparte woon
ruimten waren ontstaan en dat de ‘verstening’ van de houten hoeven achter de rug
was. Vanaf circa 1640 bestelden kapitaalkrachtige boeren in de regio als eersten in
de Nederlanden wandtegels. "Het gebruik van luxueuze tegels nam na 1640 op het
platteland sterk toe. Voorop liep het agrarisch gebied in de driehoek Rotterdam,
Gouda, Leiden. aldus ene J.D. van Dam in een boekje over tegels.32
z
JU
SQL
«af
w
dra
A
■J!
22
X*.
Vier voorbeelden van aangetroffen 17e-eeuw.se tegeltjes
ja
w 4
32 J.D. van Dam, Nederlandse tegels, Utrecht 1988, p. 64
53