h°- Doorsnede van de 19e-eeuwse stal (tekening R. Koornwinder, 1992) 24 l_g Dit profiel heeft aan de buitenzijden betonnen koe- of kruigangen en groepen (vanaf 1992 voor de oudheidkamer grotendeels met zand gevuld en bestraat), en in mortel bestrate stand-stroken. De reden van het aanbrengen van straatstenen is be kend. “Aan een van klinkers gemetselde standplaats moet uit oogpunt van warme ligging de voorkeur worden gegeven, zo zegt een handboek van rond de Tweede Wereldoorlog.34 De bodem van de groep of mestgoot lag natuurlijk op flink afschot, zodat de vloeibare mest sneller werd afgevoerd. Ook de mestgang lag enkele deci meters lager dan de veestand. Liggend vee kwam zo niet met mest in de groep in aanraking. Hoe dan ook: weleer werden in het zand ook op “Nooit Gedacht” op de nog aar den standstroken ‘s zomers figuren geharkt. Staartlatten voor de staartrepen (tou wen) en openingen in de stijlen voor schoftbomen zijn aanwezig. Aan weerszijden van de brede boesvloer (nu beton, wellicht ooit rode vierkante tegels) zijn voer- en drenkgoten, lang gevoed door een pomp uit de koelbak. Via een goot langs de bin- nengevel, overdekt met een houten plankje, liep het water van de ene voergoot in de andere. Het nu alleen op de waterleiding aangesloten oude kraantje is nog present. 34 Ned. Heidemij (red.), Boerderijen in Nederland, Amsterdam 1944 (3e druk) 700* groep U«i6 pannendak sporen mei riotisolatie I pei 1*0 1 S0-. aeeivioer I1-1! groep

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2000 | | pagina 26