51
Andere vermeldingen van het overlijden van een rentetrekker waren veel zake
lijker zoals: “Ghegeven Pieter die bode van Utrecht van een tiedinck van één die
gestorven is van tweentwintich Rijns gulden”Ook deze Pieter kreeg 1 sc. voor zijn
“goede’’ nieuws ten geschenke38. De oorspronkelijke betekenis van "bodembroet” is
bodenbroot en bestond uit de schenking van drie sneden brood aan de brenger van
een bericht. Later heeft de betekenis vooral betrekking op ‘het loon voor het brengen
van een goede tijding’. In de Goudse stadsrekeningen zijn hiervan diverse voorbeel
den te vinden zoals bij het vernemen van het nieuws van de geboorte van Philips II;
gegeven van boombroot vanden thydinge dat ons geboren was een jonge prince
die keysers zoon, 3 sc. 4 d. ”39
De renten op huizen was een ander substantieel onderdeel van het inkomen
van een stadsklooster en natuurlijk ook voor St. Marie opte Gouwe. Om een indruk
te krijgen wat huisrenten nu precies zijn, het volgende voorbeeld. Op 10 maart 1452
verschenen Berger Jansz. en Harmanus Jacobsz. voor enkele schepenen van Gouda
om een officiële akte, een huisrentebrief, op te laten maken. Berger Jansz. verkocht
aan Harmanus Jacobsz. een rente van l'/z 1b. Hollands40. Daarvoor in ruil ontving
Berger Jansz. een geldbedrag van Harmanus Jacobsz. De hoogte van dit bedrag is
niet bekend, omdat in de akte alleen het rentebedrag werd genoemd. Het huis en erf
met de eventuele toekomstige bebouwing aan de zuidzijde van de Haven werd als
onderpand gegeven. Dergelijke renten werden door de eigenaar van het huis betaald
en bij verkoop van het huis nam de nieuwe eigenaar de rente over. De rentebrieven
waren dus geld waard en konden dan ook verhandeld worden, iets wat regelmatig
voorkwam. Ook de bovenstaande huisrente was op die manier, namelijk door schen
king, in handen van het St. Marie-klooster gekomen. In 1484 werd de rente betaald
door Boen Hughen en in 1569 door een zekere Aef Sijmons.
Om een reconstructie van de huisrenten te maken zijn dus gegevens over een
langere periode nodig. Dit laatste is voor het klooster van St. Marie wel degelijk het
geval. Het cartularium van het klooster begon in het jaar 1483 en werd bijgehouden
tot 156941Daardoor wordt een redelijk betrouwbaar beeld van de bezittingen van St.
Marie over die periode verkregen. Het register van het klooster uit 1565 kleurt het
beeld nog duidelijker.
39 SAHM OA-1884, Stadsrekening Gouda, 1527, f19. Het hier gebruikte woord "boombroot” is
een van de varianten van bodenbroot.
41 SAHM KL-105
38 SAHM OA-1170. Stadsrekening Gouda, 1509 f31 v
40 SAHM KL-105 f37v. Cartularium van het S. Marie. 1483