53
De 2 schilden waren in 1575 dan 2 gulden en 18 stuivers waard. Door de ge
gevens uit drie verschillende administraties te koppelen, kunnen de huisrenten dus
gelocaliseerd worden.
Waar stonden de huizen, waarop het St. Marie-klooster huisrenten bezat? Om dit te
reconstrueren is het nodig een aantal problemen te onderkennen. Sommige renten
blijken in de loop der tijden gesplitst te zijn. Veelal betreft dit dan de splitsing van
een huis, zoals blijkt uit een huisrente in de Keizerstraat. Deze rente zal vóór 1565
gesplitst zijn, want twee personen, Pieter Geritsz., bode en de ketelboeter Comelis
Jansz., worden ieder apart geadministrateerd50.
Het tijdstip waarop de vele renten in het bezit van het klooster kwamen is niet goed
na te gaan, tenzij dit duidelijk uit andere mededelingen blijkt. Van elf renten moet
aangenomen worden, dat zij na 1569 aan het klooster gekomen zijn, gezien het feit
dat zij niet in de stukken van het klooster zelf, maar wel op de lijst van de geanno
teerde goederen voorkomen. Het is dan aannemelijk, dat zij in de laatste drie jaar van
het bestaan in bezit van het klooster zijn gekomen.
Slechts in enkele gevallen wordt expliciet vermeld waarom de renten aan het
klooster geschonken waren. Jacob Sinck gaf het klooster een rente als vergoeding
van de kosten voor zijn memorie-diensten47 en Gillis Ghisbrechtsz. kocht zich in,
waarbij St. Marie zich verplichtte om voor de rest van zijn leven zorg te dragen voor
zijn welzijn48. Huisrenten werden ook gekocht als investering. Dit wordt bevestigd
door de schepenen van Gouda, als op 12 december 1482 zuster Lijsbeth Phillipsd.
namens het klooster een huisrente koopt tijdens een panding, een soort van openbare
verkoping, op een huis in de Vogelenzang49.
48
Ibidem fl 5v, 23v en 24v
49
Ibidem f33v-34
47 SAHM KL-105 f57, 57v, 58 en 59. Helaas zijn er van het St. Marie geen memorieboek of andere
mermoriebescheiden overgeleverd. Wel zijn er incidentele aanwijzingen te vinden, zols de schen
king door Jacob Sine. Voor de (Leidse) memorieboeken en hun onderzoeksmogelijkheden zie: D.J.
Faber, “Een laat-middeleeuwse obsessie? Vroomheid in Leiden in het aangezicht van de dood”, in:
Jaarboek Dirck van Eck-stichting 1995 (Leiden 1995 24-44.
50 In de overzichten worden dergelijke huisrenten, waarvan vastgesteld kon worden dat deze ge
splitst zijn, als één rente gerekend. Als voorbeeld van een dergelijke omschrijving een voorbeeld
van een gesplitste rente op een huis in de Sack: “op een cleyn huysken naest voers. cleyn huysken,
die beide een plegen te wesen SAHM KL-100, niet gefolieerd.