Goudsche Courant, 26 januari 1872
Waar meer dan één cijfer is opgegeven hangt het loon van de bekwaamheid af. Deze lo
nen zijn aldus door het merendeel der bazen vastgesteld, terwijl op de rekeningen van de
klanten 20% verhoging voor onkosten, voorschotten en interest gesteld kan worden. Deze
verhoging komt hen in billijkheid toe, waarop wij straks terugkomen. Deze lonen zijn te
laag, zowel met het oog op de duurte der levensmiddelen, als op de hoge huurprijzen der
woningen.
Uit deze feitelijke bijzonderheden vloeit voort dat de toestand der Goudsche ambachtslie
den, ook in aanmerking genomen hun geringe ontwikkeling, met bepaald gunstig is te
noemen. Is hun lot voor zeer veel verbetering vatbaar aan de ene kant, aan de andere zijde
mag niet worden voorbijgezien dat het ongunstige niet uitsluitend door meer bevoorrechte
klassen te verhelpen is, daar het in de meeste gevallen moet toegeschreven worden aan
Bij het bespreken der fabriekarbeiders wordt omtrent de behoeften van een normaal ar
beidersgezin per week een opgaaf gevonden, die ook in vele opzichten hier van toepassing
mag worden geacht, zodat wij daarover nu niet in nadere bijzonderheden zullen treden.
Een enkel woord echter nog over de woningen.
(wordt vervolgd)”
“Verslag over de toestand der arbeidende klasse alhier (vervolg).
Aan doelmatige en gezellige woningen bestaat voor de ambachtsman grote behoefte. De
meeste zijn zeer gebrekkig ingericht en zo ongezellig mogelijk. Een enigszins ruim bin
nenvertrek, waar de man zich na afloop van het werk kan nederzetten om zich met lectuur
of een andere uitspanning bezig te houden, ontbreekt bijna overal. Het is dan ook geen
wonder dat hij vaak de onhuiselijke woning vliedt en elders de gezelligheid gaat zoeken,
die hij daar moest aantreffen.
Toch geschiedt dit veel minder dan men meent en het is verblijdend te zien hoe tal van
brave huisvrouwen er op uit zijn om de gemeenschappelijke woning zo aangenaam mo
gelijk te maken.
Ook de huurprijzen zijn voor deze soort van woningen veel te hoog. Voor ƒ1,25 per week
heeft men niet veel goeds; zodat er velen zijn die daarvoor ƒ1.50 of meer van hun week
geld moeten missen. Enige tegemoetkoming bij zijn uitgaven heeft de werkman alhier
door zich aan te sluiten bij de vereniging voor de ambachtsstand. die zich ten doel stelt
aan hare leden goede levensmiddelen en brandstoffen tot de laagst mogelijke prijzen te le
veren. Deze vereniging vindt dan ook zeer veel deelneming: zij telt 320 leden. Het Regle
ment, dat wij bij dit Verslag voegen, bevat vele goede bepalingen, waarheen wij voor na
dere bijzonderheden verwijzen.
63