Goudsche Courant, 31 januari 1872
308
49
37
75%
Het getal arbeiders in deze fabrieken is zeer aanzienlijk, zo als o.a. enigszins blijkt uit
de volgende cijfers.
Het gedrag der fabriekarbeiders is over het algemeen goed te noemen. Misbruik van ster
ke drank komt minder voor, dan vele denken, een statistiek van het drankverbruik leert
dat, aannemende dat 1 van de 5 jenever drinkt, hetgeen zeer ruim is genomen, die persoon
slechts voor 13 ets. daags kan drinken. Opmerkelijk is het dat zij die de hoogste lonen
hebben zich 't meest bedrinken en de slechtste levenswijze lijden pottenbakkers en siga
renmakers.
Met de ontwikkeling der fabriekarbeiders is het vrij treurig gesteld; enkele opgaven, een
geheel overzicht was buiten onze krachten, volgen hier:
18 78%
6100
11: 73%
2: 40%
van 131 mannen
van 111 vrouwen
van 4 jongens
van 62 meisjes
Pijpenfabrieken 500 m., 300 vr., 100 j. en m. Pottenfabrieken 160 m. en 25 j. Kleingaren-
fobrieken 300 m. en 200 j. en m. Machinale garenspinnerij 140 a 160 m. en vr. en 20 j.
Sago- en Siroopfabriek 16 tot 40 m. Loodwitfabriek 18 m. Gasfabriek 10 tot 12 m.
Kaarsenfabriek 131 m., 111 vr., 4 j. en 62 m.
(wordt vervolgd)”
In de Kaarsenfabriek kunnen niet lezen:
40: 30’/2%
41 37%
2 50
16: 26%
“Verslag over de toestand der arbeidende klasse alhier (vervolg).
In een kleingarenfabriek kunnen niet lezen:
van 23 mannen
van 6 vrouwen
van 15 jongens
van 5 meisjes
99 32
69