K De omgeving van De Raam 79 Jacob besloot vervolgens om zich verdekt op te stellen en te kijken of de man terug zou komen om zijn stok op te halen. En ja hoor, na enige tijd hoorden ze het bij Jan al bekende geluid van de klompen op de Raam. Zij stonden de man op te wachten in de buurt van de brug bij de Lange Willemsteeg. De stok (die eigenlijk een vaarboom was) hadden ze neergelegd op een bank bij het huis van Kaatje van der Pauw. De man liep naar het huis van Thijs van de Burg en keek zoekend rond. Op dat moment greep Jacob Scholten de man beet, die hier ongelooflijk van schrok. Jacob gebood de man met hem mee te gaan en 'de vaarboom' mee te nemen. “Waarom?” smeekte de man. “Je zult mij toch om zo’n kleinigheid niet in de ellende storten? Het stelt toch niets voor en je weet toch wie ik ben?” De man had nu een blauw kamizool aan. maar werd natuurlijk door Jan herkend als de man die hij eerder op de avond al betrapt had op deze zelfde plek, bij de schuit tegenover het huis van Thijs van de Burg. Jacob kende de man inderdaad. Het was Willem van Kampen. Nogmaals herhaalde Willem zijn smeekbede om het gebeurde door de vingers te zien, omdat - zo zei hij - “hij de vaarboom gepikt had louter en alleen uit armoede”. Jacob was echter met te vermurwen en nam man en vaarboom mee. Jan de Moor vervolgde zijn onderbroken nachtwakersronde. ..v.sx M

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2000 | | pagina 41