i'Y I
ay-ay
De I'iendewegspoort, die tot de afbraak in 1854 als gevangenis diende
(coll. Stedelijke Musea Gouda)
SHM, Oud Rechterlijk Archief Gouda Crimineel Vonnisboek - inventarisnr. 181, fol. 213 t/m 215
80
De zaak tegen Willem van Kampen werd behandeld op 1 april 1801.2 Er waren nóg
wat voorwerpen bij hem thuis gevonden waar hij niet eerlijk aan gekomen was,
onder andere een bezem. Het belangrijkste vergrijp was echter de gestolen
vaarboom. De hoofdofficier, Willem Bolding, eiste als straf voor dit vergrijp dat hij
op het schavot achter het stadhuis strengelijk met roeden gegeseld zou worden en
daarna voor tien jaar verbannen zou worden uit het gewest (althans, het vroegere
gewest Holland).
Willem van Kampen had mazzel. De uiteindelijke straf voor het stelen van een
vaarboom viel lager uit. Hij kreeg ‘slechts’ een verbanning van vijf jaar uit het
gewest. De geseling bleef hem bespaard en wat dat betreft mocht hij in zijn handen
knijpen, want meestal was men niet zo coulant met dieven.
Op de Gouwe gekomen vroeg Jacob waar Willem de vaarboom vandaan had.
“Hier”, zei Willem “van de ijkerschuit bij het ijkerveer, maar zie het toch door de
vingers, want het was slechts armoede die mij dreef.” Ook deze herhaalde bede had
geen uitwerking op Jacob Scholten. Midden in de nacht leverde hij zijn arrestant af
bij de gevangenpoort aan de Tiendeweg.
- H
r u 3*
I.-
2
.J-
raai
I 'i-; Rif