82 Prijswinnaar C. Doedeijns studeerde middeleeuwse geschiedenis aan de universiteit van Leiden. Naast historicus is hij ook werkzaam als beeldend kunstenaar. Hij woont te Moerkapelle en is sinds jaren actief lid van de plaatselijke historische vereniging. In Gouda heeft hij als lid van Golda deelgenomen aan de archeologische opgravingen aan de Nieuwe Haven en in de Oostpolder. Behalve enthousiast graver in het bodemarchief is hij ook zeer geestdriftig graver in de geschreven bronnen: bijna iedere dag is hij te vinden in de studiezaal van het Streekarchief, druk bezig met zijn proefschrift over de Hollandse kloosters in de late middeleeuwen. Uit de vijf inzendingen van dit jaar koos de jury eensgezind het werk van C. Doedeijns. De studie behaldelt de inkomsten van het klooster St. Mane op de Gouwe. Ondanks het ontbreken van de meest geschikte documenten voor dit onderwerp, namelijk de rekenin gen van het klooster, is de auteur erin geslaagd op basis van andere archiefstukken, met name afkomstig uit het oud archief van de stad Gouda, een helder inzicht te geven in de verschillende bronnen waaruit de inkomsten werden verkregen. Het klooster wordt daar door geplaatst in het grotere verband van de eigen kloosterorganisatie en van het leven van het Gouda van de 15e en 16e eeuw. Daardoor is een goed beeld ontstaan van de fi nanciële situatie. Dit goed uitgewerkte en uiterst leesbare artikel is als eerste bijdrage geplaatst in dit num mer van De Schatkamer. De andere artikelen zullen naar verwachting in volgende num mers geplaatst worden. De Walvisprijs is in het leven ge roepen door de Stichting Vrien den van Archief en Librije, om het onderzoek naar de geschie denis van Gouda en de regio te stimuleren. De prijs wordt in principe om de twee jaar uitge loofd en bestaat uit een bedrag van ƒ1000 voor een oorspronke lijke, nog niet gepubliceerde stu die over de geschiedenis van Gouda en de gemeenten die tot het verzorgingsgebied van de Streekarchiefdienst Hollands Midden horen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2000 | | pagina 44