95 een vrijheidshoed vasthield.36 Wat opvalt is dat de Prinsenvlag (orange, blanche, bleu óf rood, wit, blauw), die eerst de Statenvlag (leeuw met zwaard en pijlenbundel) geheel ver ving, nu de basis vormde voor de Bataafse vlag.37 In navolging van de Fransen vatten de patriotten hun politieke programma sa men in de revolutionaire leuze “vrijheid, gelijkheid en broederschap. De vrijheid die zij wilden keerde zich tegen het vorstelijke absolutisme en men droomde van vrijheid in de zin van “vrij van dwingelandij”. Bij gelijkheid dacht men aan een gelijkheid van individu en voor de wet, zonder standsvoorrechten en slavernij. Hun vrijheid en gelijkheid waren nauw met elkaar verweven begrippen en kregen in allerlei verklaringen dikwijls ruim de aandacht, maar aan de broederschap werden weinig woorden gewijd. Het broeder- schapsideaal leidde in de schaduw van de gelijkheid en de vrijheid een armetierig be staan.38 Het is in dit verband opvallend, dat boven de Goudasche Courant in 1795, onder het wapen van Gouda, de leus “vrijheid, gelijkheid, broederschap” aanvankelijk in ka pitale letters werd vermeld, maar dat het woord ‘broederschap’ later gedurende enkele maanden werd weggelaten.39 Dc gedachte van de broederschap kan kort worden samen gevat in het gezegde “wat u niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. ”40 Het bleek verre van eenvoudig om de Bataafse Republiek conform de genoemde drie begin selen in te richten. Onderlinge verdeeldheid, stugge maatschappelijke structuren en tradi ties, internationale ontwikkelingen en de afhankelijkheid van de Franse bevrijders deden het aanvankelijk enthousiasme van velen bekoelen.'" De geestdrift voor de officiële ver jaardag van de Bataafse Omwenteling, 19 januari 1795, verflauwde ook al snel cn deze gebeurtenis werd na de Bataafse tijd niet meer feestelijk herdacht.42 36 H. de Vries, Wapens van de Nederlanden. De historische ontwikkeling van de heraldische sym bolen van Nederland, België, hun provincies en Luxemburg. Amsterdam 1995, p.38 37 T. van der Laars, Wapens, vlaggen en zegels van Nederland. Amsterdam 1913, p. 124 f 38 P. Gerbenzon en N E. Algra, Voortgangh des rechtes. De ontwikkeling van het Nederlandse recht tegen de achtergrond van de Westeuropese cultuur. Alphen aan den Rijn 1979s, pp.207 ff 39 Het SAHM bezit een groot aantal exemplaren van de Goudasche Courant, maar de serie is niet compleet. Beperkte informatie over de geschiedenis van de Goudasche Courant is te vinden in: Tidinge van Die Goude 1987-2), p. 11 40 Gerbenzon en Algra, op.cit. (n.38) p.209. De tekst vair artikel 6 van de Staatsregeling voor het Bataafse Volk van 1798, luidt: “Alle de pligten van den Mensch in maatschappij hebben hunnen grondslag in deze heilige wet: Doe eenen ander niet, hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede. - Doe aan anderen, ten al len tijde, zoo veel goeds, als gij, in gelijke omstandigheden, vair him zoudt wenschen te ontvangen.” De staatsregeling vair 1798 was sterk anti-federalistisch en voor de bewoners vim de Nederlanden vair grote betekenis, want ze maakte van de Bataafse Republiek een eenheidsstaat. 41 F. Grijzenhout e.a. (red Voor vaderland en vrijheid. Amsterdam 1987, p. 178 42 F. Grijzenhout en N.C.F. van Sas, Denkbeeldig vaderland. Kunst en politiek in de Bataafs-Franse tijd 1795-1813. Den Haag 1995, p.5

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2000 | | pagina 13