In 1858 treedt Van Goor, wanneer de bestellingen niet meer via Van Haren Noman
Kolff worden opgenomen, persoonlijk in contact met Eduard Fuhri te Soerabaja.
Vanaf 1 januari 1860 wordt deze firma voortgezet onder de naam Le Roy Co.
De handel wordt echter gewoon voortgezet. Uit 1862 stamt de eerste brief waaruit
blijkt dat er een handelsrelatie bestaat tussen Van Goor en G.C.T van Dorp te
Semarang.20 In 1865 blijkt ook handel te worden gedreven met de gebroeders
Gualtherus Kolff trad aanvankelijk dus op als belangenbehartiger van Van Goor.
De Goudse uitgever treedt echter al vrij vroeg zelf in contact met potentiële afne
mers. Eén van de eerstgenoemde boekhandelaren is Lange Co te Batavia. Al in
1854 schrijft Van Goor een brief aan hem aangaande de intekening op de Pracht-
bijbel.v> Dit vroege contact is niet verwonderlijk, aangezien de firma Lange Co
al sinds 1846 een vestiging te Batavia had. De brieven nadien tonen hoe Van
Goors klantenbestand uitbreidt naarmate meer Nederlandse boekhandelaren naar
Indië komen.
Naast het plaatsen van een bestelling bij het uitgeversbedrijf, kon een particulier
voor zijn behoeften natuurlijk ook rechtstreeks bij de boekhandel terecht. De
boekverkopers verkochten hun boeken in de zogenoemde toko’s. Hierin werden
naast boeken allerlei andere spullen verkocht. Een ooggetuigenverslag uit 1862
vermeldt: ‘Een boekwinkel is dus als ieder ander groot handelshuis, als ieder an
dere toko, in den waren zin des woords, een kom-en-eisch winkel, een Manusje van
alles met ééne specialiteit: boeken en papier, die men er in grooter getal en in
meer soorten vertegenwoordigd vindt dan in andere toko 's, die hunnen speciali
teiten hebben. Men ziet er een scheermes naast de Gids liggen, Huëts werken
naast een aanzetriem, Oosterzee 's werken naast een Chinees afgodsbeeldje, Hum
boldt naast een bouwdoos.,l8
op Java, en Padang en Palembang op Sumatra. Hoewel ook de boekhandel zich
concentreerde in deze steden, konden boeken uit het fonds van Van Goor voor par
ticulieren niet via deze reguliere afzetkanalen gedistribueerd worden. ‘Natuurlijk
strijdt het reeds tegen hun belangen wanneer een particulier in Indië de gelegen
heid is zijne behoeftens uit het moederland zelve te doen komen, doch om van hun
intermediairs gebruik te maken tot bezorging daarvan is iets dat uit den aard der
zaak niet kan geschieden als makende zulks inbreuk op hunne voordeelen. ,l7
10
17 Brievenboek 93: 61
18 Bibliotheek KVB, BMU 4-4, 28 mei 1862
19 Brievenboek 92: 32
20 Brievenboek 96: 279