Overspel of verkrachting?
door J.D. Lafeber
Op woensdag 22 augustus 1742 legde Aagje Breedveld voor de baljuw van Gouda
de volgende verklaring af:
“Op zondagavond 19 augustus 1742 ben ik ‘s-avonds voor half tien van
mijn huis in het Pottenbakkerssteegje naar de Raam gegaan om een kan
water te halen. Toen ik rond half tien thuis kwam en de voordeur opendeed
bleek een zekere Jan van Steyn mijn woning te zijn binnengedrongen. Hij
stond achter de voordeur en greep mij beet. Vloekend en tierend riep hij dat
hij me wel zou krijgen. Vervolgens trok hij een mes en dwong mij gemeen
schap met hem te hebben. Ik heb mij zwaar verzet, maar toen hij mij het mes
op de keel zette heb ik wel moeten toegeven.
Jan van Steyn is nog enige tijd, nadat hij zich aan mij vergrepen had in mijn
huis gebleven. Uiteindelijk heeft hij mij gedwongen om de deur weer voor
hem open te doen en hem uit te laten. Op dat moment heeft hij weer zijn mes
getrokken en mij bedreigd. Ik heb hem gesmeekt om mij met rust te laten en
mij niet ook nog eens te verwonden. Om mijzelf te beschermen hield ik mijn
rechterarm voor mijn hoofd. Het mocht echter niet baten. Jan van Steyn stak
met zijn mes en verwondde mij aan mijn voorhoofd en mijn rechterarm, zo
dat het bloed over mijn arm en mijn gezicht liep.
In het septembernummer van de Schatkamer vertelde ik het verhaal van Aagje
Breedveld, die in 1756 in Gouda vanwege diefstal en overspel veroordeeld werd
tot geseling en een tuchthuisstraf van 15 jaar.
Ik eindigde het artikel met de zin: “Opmerkelijk is dat er van enige veroordeling
van de mannen Jan van Steyn, Cornelis of Japik Versluis en Jan Dirkse Captein
geen sprake is”. Bij mijn laatste bezoek aan het streekarchief ontdekte ik, dat er
veertien jaar eerder wel degelijk een veroordeling is geweest van Jan van Steyn,
één van de mannen met wie Aagje Breedveld overspel gepleegd zou hebben.
Maar was het wel overspel? Wat is er dan in 1742 gebeurd?
1 Het Pottenbakkersteegje was het poortje tussen Keizerstraat en de Raam, tegenover de
Komijnsteeg, zie: Goudsche Straatnamen, Dr. A. Scheygrond, Alphen aan den Rijn, 1979
29