51
De nasleep
De Remonstrantse Broederschap was echter nog niet zo snel van Jan van der
Werken af. De inkt onder de contracten was nog nauwelijks droog toen in novem
ber 1753 in Rotterdam Dirkje van der Werken, de weduwe Van Peltenburg, over
leed. In 1749 had de dood oom Adriaan de laatste afgang van zijn geliefde neef be
spaard. In hun testament was Jan hun enige erfgenaam. Trouwens, ook naar Alida
Holthenus rolde het geld als vanzelf toe.26 Haar ouders en haar broers gingen haar
in de dood voor en zij erfde hun geld en bezittingen. Tante Dirkje moet echter de
catastrofe van neef Jan steeds dichterbij hebben zien komen. Zij veranderde ten
slotte haar testament ten gunste van de enige dochter van Jan en Alida, Margareta
Geertruid.27 Zij was in 1753 negentien jaar oud. Toen de executeurs testamentair
Abraham van Rijckevorssel, Theo van Ackersdijk en notaris Vroombroek, allen
remonstranten uit Rotterdam, het testament openden, bleken Jan en Alida recht
te hebben op het vruchtgebruik van het kapitaal. Het geld, het huis aan het Delft-
seveer en de minitieus beschreven inboedel waren voor Margareta Geertruid.28
De executeurs testamentair lazen in de stukken het uitdrukkelijk verzoek van tante
Dirkje, dat Jan zich met de afhandeling van de erfenis niet mocht bemoeien.
zijn weduwe ƒ100 pensioen. Van der Werkens salaris werd hiermee vrijwel gehal
veerd. De kerkenraden van Amsterdam en Rotterdam brengen ƒ400 van dat bedrag
voor Gouda op, “ook al rijzen er weer geschillen tussen Gouda en de Sociëteit",
voegt men er realistisch aan toe. Ons kent ons. Dit alles zou kunnen geschieden op
voorwaarde dat Jan van der Werken de nog steeds bij het Hof van Holland lopende
procedure tegen Van Ede en van Goch in zou trekken. Suderman was in 1750 te
Rotterdam overleden.25
In een slotrede voor de verzamelde kerkenraad bedankt Van der Werken zijn
getrouwen voor “alle eer, vrintschap en beleeftheden van de afgelopen eenen
twintig jaren. Hij spreekt de hoop uit dat “de God des Heemels en Jezus Christus,
zijnen Zoon, de Konink der kerken, met zijn Geest, met alle Wijsheid en Verstand"
Gouda zal helpen een nieuwe predikant te kiezen. Daarmee moest Gouda het doen.
25 RAU, Archief Rem.Broederschap 82, 4; 54 en SAHM, archief remonstrantse gemeente 1.27-95 3
(mei-sept. 1752) bevatten verslagen, contract en tekst rede Van der Werken.
26 GAR, Oud Notarieel Archief 2649 p. 293; 2568 p. 975; 2570 p. 1288
27 GAR, Oud Notarieel Archief 2837 p.623. Op 4.5.1752 maakte Dirkje van der Werken haar laatste
testament. Indien Van der Werken geen kinderen zou hebben nagelaten, was het geld naar de Socië
teit gegaan.
28 GAR, Notarieel Archief 2973 p.393 en 3023 p.530. Op 29.1 1.1759 verkopen Margareta Geertruid
van der Werken en haar man een obligatie van ƒ1.800. Na aftrek van alle kosten en lasten blijft van
het kapitaal van Dirkje nauwelijks ƒ300 over. De boedelbeschrijving is te vinden in Oud Notarieel
Archief 2639 p. 268.