De onthutste kerkenraad stuurt de koster bij Cornells Romeijn langs om hem uit te
nodigen zijn excuses aan de kerkenraad te komen aanbieden. Hij weigert en roept
de koster na dat ze hem maar uit het ledenregister moeten schrappen. De kerken
raad gaat hier grif op in en laat Jan van der Werken van de kansel afkondigen dat
Cornelis Romeijn wegens zijn gedrag de toegang tot het Avondmaal wordt
ontzegd. Hij volhardt, ondanks een oproep zich voor de kerkenraad te veront
schuldigen, immers in zijn “quaadtaardigheit en godtloosheit".l0
Voor Cornelis Romeijn en zijn familie is er een betrekkelijk gemakkelijke
uitweg. Zij sl tan de weg in naar Moordrecht en gaan bij Matthias van Goch ter
kerke. Van de bezwaren tegen Van Goch van enkele jaren daarvoor is nu niets
meer te merken. De Romeijns melden zich in Moordrecht voor de maaltijd van
brood en wijn. Dominee Van Goch zet zich nu achter de schrijftafel en vraagt de
Grote Vergadering der Remonstrantse Broederschap of dat wel in orde is. Kan hij
deze man, die in Gouda is buitengesloten, in Moordrecht tot de Tafel des Heren
toelaten? De Grote Vergadering ziet er echter een heel andere kwestie in. Haar
prestige als wetgevende en toezichthoudende vergadering is in het geding. Men
besluit Gouda op de vingers te tikken. Alleen de Grote Vergadering heeft volgens
de Wetten der Sociëteit de bevoegdheid iemand “af te snijden
Het conflict ontlaadt zich nu op het hoofd van Jan van der Werken. Hij had
de afkondiging van de kansel gedaan. Niet Beijerman, maar hij had in de Grote
Vergadering de verdediging van Gouda’s zaak op zich genomen. Desgevraagd
vindt Van dei Werken het onnodig ter plekke de tekst van de afkondiging, op de
kansel van Gouda gedaan, voor te lezen of een nadere toelichting te geven. Hij
meent er geen mandaat voor te hebben. De achttiende eeuw had een grote voor
liefde voor foi maliteiten en gezagsverhoudingen.
De Vergadering verwijt Van der Werken nu geen respect te hebben voor
haar gezag. Zij eist van de Goudse kerkenraad dat zij haar predikant tot de orde
roept. Na een weigering uit de mond van die afgevaardigden moet de delegatie van
Gouda buiten de deur wachten, terwijl de Grote Vergadering over de ontstane situ
atie delibereert. Wanneer de voorzitter hen weer binnen wil roepen, hebben de
heren hun jassen aangetrokken en zijn al op weg naar de trekschuit. Zij krijgen een
resolutie van afkeuring nagestuurd.11 Thuisgekomen doen de afgevaardigden ver
slag over de Grote Vergadering waar de debatten “met verscheide hevig oplopende
expressiën” gevoerd zijn. Van der Werken wijst op de omineuze rol van collega
Van Goch var uit het nabijgelegen Moordrecht.12
42
10 SAMH, archief remonstrantse gemeente 1.27-95, nr. 2 (april 1732)
11 RAU, Archief Item.Broederschap 82, nr. 3. (1732)
12 SAHM, archief remonstrantse gemeente 1.27-95, nr.2 (juli 1732)