Bij de ‘Lente’
19
Speurtocht
Bij een speurtocht naar een portret van Joannes van Staveren, die in het jaar 1777
schout van Moordrecht werd en na de Franse tijd in 1825 de eerste officiële bur
gemeester, kwam een boekje tevoorschijn, waarin een foto was opgenomen van
een huis, tuin en koepel, waarvoor hij met zijn vrouw stond3. Er was een uitver
groting bij afgebeeld, waarop zouden staan Joannes van Staveren met zijn eerste
vrouw Martha Rip. In 1926 is in het blad een rectificatie geplaatst, dat het zijn
tweede vrouw, Johanna van Heemstee, betrof, met wie hij in 1794 huwde.
De afgebeelde foto leek precies op het schilderij ‘Lente’ uit de raadszaal.
Alleen de verhouding van de afmetingen klopt niet. Links en rechts is op het schil
derij meer te zien dan op de foto. Ook zijn er enkele kleine verschillen. Het was de
vraag of de foto is gemaakt van een tekening of schilderij, die later van het schilde
rij is gemaakt, of dat het schilderij is gemaakt van een bestaand schilderij. Dit
raadsel kon later worden opgelost doordat een artikel werd gevonden in de Rotter-
damsche Courant van december 1925, waarin staat dat in het genoemde boekje
twee reproducties van foto’s werden opgenomen. De kleine verschillen zijn later
bij restauratie ontstaan. Wel kon middels de eerste kadastrale gegevens uit 1832 de
plaats worden gelocaliseeerd van het huis van de schout, thans Dorpsstraat 33.
Nadat de laatste van de dames De Jong was overleden, zijn de ouders van
mevrouw W.M. de Jong-Kasbergen er gaan wonen, omstreeks het jaar 1955. Zij
echter vonden de grote wandschilderingen, aanwezig in de kamer rechts vanaf de
dijk gezien, zó overweldigend en ook wat beangstigend, dat werd besloten ze te
verwijderen en ze te schenken aan het Moordrechts Museum. Dit museum was in
1953 geopend door de stichting ‘t Ambachtshuis. De schilderijen zijn in 1956 ge
restaureerd en van lijsten voorzien. Nadat het museum in 1979 was opgeheven
kwamen ze terecht in het raadhuis. Daar hangen ze nog steeds: drie in de raadszaal
en één, de ‘Winter’, in de burgemeesterskamer.
Op de Dorpsstraat, toen een onderdeel van de straatweg Rotterdam-Gouda, rijdt
een wagen met paarden er voor, een soort ‘janplezier’. De koepel links is aan de
kant van de Hollandsche IJssel, het huis van de schout staat aan de andere kant. In
de verte is iets te zien van de Molensloot en de Wetering. Er loopt een vrouw met
een mandje en een man met een zak op zijn rug. Bij de herberg zijn twee Franse
soldaten afgebeeld; zittend een sergeant, met een bier- of wijnbeker in zijn hand.
3 Nederlands Patriciaat, Rotterdamsche geslachten, ‘s-Gravenhage 1925.