uitvoerige procedu- De Vroedvrouwen Wanneer bij het college een klacht werd ingediend volgde een uitvoerige procedu re van hoor, wederhoor en getuigenissen. Soms beklaagde een stadsvroedvrouw zich over een collega, of dienden mensen rondom de kraamvrouw een klacht in. Het kwam ook voor dat één van de leden van het college uit de eerste hand rap porteerde. Werd de klacht gegrond verklaard, dan kreeg de betrokken vroedvrouw een boete. Vaak spraken vroedvrouwen binnen en buiten de vergadering hun ver ontwaardiging uit over een in hun ogen ten onrechte opgelegde boete. Die boetes waren dan ook niet kinderachtig. Bij een verzuim om de maandelijkse lijst in te le veren bleef het nog bij een enige stuivers. Overtreding van de voorschiften met betrekking tot de eed op het vaderschap, het inroepen van de hulp van een vroed- meester of doctor, het voorschrijven van medicijnen of het doen van ingrepen kostte een vroedvrouw echter al snel enkele tientallen guldens; vooral omdat het vaak om een opeenstapeling van een aantal overtredingen ging. Bij een jaarsalaris tussen 70 en 300 gulden per jaar was een boete van 25 of 50 gulden een flinke hap uit het inkomen. In een aantal gevallen was de vroedvrouw aantoonbaar in gebreke geble ven, had zij haar eigen kunnen overschat of een situatie fout beoordeeld. De ver slagen melden ook voorvallen waarbij vroedvrouwen het uiterste probeerden om een verlossing tot een goed einde te brengen, zelfs als dit betekende dat ze de strijd met een collega of een vroedmeester moesten aangaan. Zo liet Antje Nagel in mei 1804 stadsvroedmeester Grotendorst, die bij een problematische bevalling de na tuur zijn werk wilde laten doen, zeer duidelijk merken dat zij niet voor de gevolgen in wilde staan. Grotendorst antwoordde dat die voor zijn rekening waren, waarop Nagel hem toevoegde "..ik twijiffel er niet aan of ziji zullen voor uw reekening blijiven. ”15 Waarschijnlijk had Nagel gelijk; het kind werd doodgeboren en met de kraamvrouw ging het evenmin goed. Goudse vroedvrouwen waren dus: burgeres, deskundig, gehuwd of gehuwd ge weest, ouder dan dertig jaar en vrijwel altijd geletterd. Aan de hand van de resolu tieboeken van het ‘College der Vroedkunde’ is een beeld te schetsen van wat Goudse vroedvrouwen in hun praktijk tegenkwamen. Op de beperkingen van deze bron is reeds gewezen. Niettemin leveren de verslagen over problematisch verlo pen bevallingen ruimschoots materiaal van waaruit werkwijze en instelling van Goudse vroedvrouwen in algemenere termen beschreven kunnen worden. 15 ibidem, inv. nr. 19, handgeschreven verklaring A. Nagel d.d. 16-7-1804 41

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2002 | | pagina 11