98
300
70
250
75
200
150
140
225
250
60
200
75
150
100
50
125
125
50
160
53
Deze bedragen vormden niet het gehele jaarinkomen van een stadsvroedvrouw. In
Gouda zijn geen aanwijzingen gevonden dat stadsvroedvrouwen tegelijkertijd nog
een ander beroep uitoefenden. Betalende kraamvrouwen vormden echter een extra
bron van inkomen, evenals de klysma’s en lavementen die stadsvroedvrouwen aan
betalende cliënten toedienden. Van de omvang daarvan is geen schatting te geven.
Voor het aandeel van de betalende kraamvrouwen in het jaarinkomen kan echter
wel een ruwe berekening gemaakt worden op basis van de in tabel 4 verwerkte ge
gevens. Uitgaande van de veronderstelling, dat bij de meeste bevallingen verlos
kundige hulp aanwezig was, waren tussen 1796 en 1802 zeven verloskundigen be
schikbaar voor gemiddeld 80 particuliere bevallingen per jaar.52 Naar de verdeling
kunnen we alleen maar raden. Meer dan een tiental bevallingen per jaar per prak
tijk kan het niet geweest zijn.
Welke tarieven vroedvrouwen in de 18e eeuw berekenden aan betalende
kraamvrouwen is niet systematisch onderzocht. Van der Borg geeft een schatting
van gemiddeld twee gulden per bevalling.53 Op grond daarvan zou een vroedvrouw
Gouda
1756
Gouda
<1777
le stads-
vroedvrouw
2e stads-
vroedvrouw
3e stads
vroedvrouw
4e stads
vroedvrouw
Den
Bosch
1761
400
Den
Bosch
1774
300
Den
Bosch
1805
200
Leeu
warden
1762
140
Arn
hem
1780
250
Lei
den49
1801
60
Arn
hem50
1760
225
49 Leiden kende alleen de functie ordinaris en extraordinaris vroedvrouw deze laatste verdiende 40
gulden en had geen eigen wijk.
50 Arnhem kende twee binnenvroedvrouwen en één buitenvroedvrouw.
51 Gegevens over salarissen vroedvrouwen in Leiden, Den Bosch, Leeuwarden en Arnhem zijn ont
leend aan Van der Borg, op. cit. (n.4),pp. 120-121.
52 In dezelfde periode bijvoorbeeld was in Rotterdam bij vrijwel iedere geboorte een vroedvrouw
aanwezig zie C. Boerdam: Ongehuwde moeders te Rotterdam in het laatste kwart van de 18e eeuw,
Rotterdam, 1983 (doctoraalscriptie EUR), p. 38
53 Van der Borg, op. cit. (n.4), pp. 118-119, zie ook Lamens - Van Malestein, op. cit. (n.6), pp. 109
en Boerdam, op. cit. (n.53), pp. 161. Deze laatste constateert bij Rotterdamse alimentatie processen
een gemiddelde van zo’n 50 gulden aan kraamkosten maar dit was inclusief de hulp van een baker en
bijkomende kosten.
Salariëring van vroedvrouwen in diverse steden binnen de Republiek31