bemiddelde vlaskoopman.59 De echtgenoot van Borsteeg had enige tijd een fa briekje in Frankforter aardewerk,60 Nagels echtgenoot zat even in het bestuur van het manufacturiersgilde61 en de echtgenoot van Witzius was pijpenfabrikant.62 Van Neeltje van Leeuwen weten we dat de echtgenoot kleermakersbaas en lijkbidder was. Zelf had zij tot aan haar trouwen als dienstmeid bij een Goudse burgemeester gewerkt.63 Deze gegevens sluiten aan bij wat Van der Borg voor andere steden vond, maar zijn op zichzelf niet voldoende om gegronde uitspraken over Gouda te rechtvaardigen. In de literatuur over vroedvrouwen wordt gesteld, dat de sociale status van de echtgenoot van een vroedvrouw vaak een afgeleide was van haar sociale status en niet, zoals gebruikelijk, andersom.64 Daarbij wordt dan meestal aangehaald, dat wanneer de vroedvrouw voor een nieuwe benoeming verhuisde de echtgenoot meeging. Dit lijkt ook voor Gouda te gelden. Van Baayen, Roseveld, Hekelaar, Reiters, Borsteeg en Nagel verhuisden allemaal naar of uit Gouda met hun echtge noot in het kielzog.65 Onder de 15 stadsvroedvrouwen bevonden zich vijf of zes vrouwen die bij hun benoeming weduwe waren of dit later werden. Dit is niet verwonderlijk; het beroep leende zich er prima voor om bij ontstentenis van een echtgenoot in een ei gen inkomen te voorzien. Opvallender is het, dat maar liefst drie vroedvrouwen of ficieel gesepareerd waren. Rachel van der Hiel vroeg in 1769 samen met haar echtgenoot Dirk Burger separatie aan, op grond van het feit dat al snel na hun hu welijk in 175566 was gebleken, dat twisten en onenigheden het onmogelijk maakten samen een huishouden te voeren”.61 Aangezien Van der Hiel in 1759 tot stadsvroedvrouw werd benoemd, mag verondersteld worden dat zij na het misluk ken van haar huwelijk bewust een beroep met een substantieel inkomen heeft ge zocht. Dit lijkt voor Anna Sibbes ook het geval geweest. Op het moment dat zij in 1803 het gemeentebestuur verzocht haar echtgenoot in het tuchthuis op te sluiten, was zij al ruim twintig jaar met deze Jacobus Alevoet getrouwd. Helaas was de man vrijwel altijd dronken en agressief. Niet alleen had hij zijn gezin tot armoede gebracht, maar als hij geen geld meer had voor drank verkocht hij de inboedel.68 59 Gouda, SAHM, oud- notarieel archief, inv. nr. 920 fol. 232 60 Gouda, SAHM, O.A., rekestenboek, inv. nr. 275 fol. 25, rekest Nicolaas Borsteeg 14-3-1797 61 Gouda, SAHM, studiezaal, index gildenbestuurders 62 Gouda, SAHM, digitaal bestand huwelijksakten Gouda na 1811 63 Zie noot 30. 64 Van der Borg, op. cit. (n.4), pp. 128-129 65 Gouda, SAHM, studiezaal, Indices Lidmaten St. Jan, Poorterboek en Ingekomen en vertrokken personen 66 Gouda, SAHM, studiezaal, index trouwen St. Jan 67 Gouda, SAHM, O.A., rekestenboek, inv. nr. 213 fol. 81, rekest januari 1767, en Oud- notarieel archief, inv. nr. 920 fol. 232, d.d. 29-12-1766 68 Gouda, SAHM, O.A., rekestenboek, inv. nr. 276, fol. 79 en verder, rekest 8-3-1803 55

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2002 | | pagina 25