De tafel van lening
De rekening bevat de ontvangsten en uitgaven van het stadskoren en
brood daarvan gebakken ten behoeve van de “scamel gemeente” in de dure tijd
anno 57 1.1., gedaan op verzoek van de burgemeesters door Symon Gheenenz. en
Dirck Dirck Hoensz. anno 58.19
Merkwaardig en belangrijk zijn een aantal stukken betreffende de tafel van
lening te Gouda.20 De tafel van lening of wissel was de middeleeuwse (op
onderpand) kredietverstrekkende instantie.
De oudste vermelding van de wissel in Gouda dateert uit 1369.21 De be
langrijke lijsten met reigerschenkingen uit het Goudse bos door de graven van
Blois vermelden in 1370 reeds twee wisselaars te Gouda, die met enkele exem
plaren als relatiegeschenk bedacht werden.22 Voor Schoonhoven wordt reeds in
de oudst bewaarde rekening van de graven van Blois over 1357 gesproken van
het huis van de lombard.23 Daarmee gaat de geschiedenis in beide Bloise steden
veel verder terug dan H.A.J. Maassen in zijn recente dissertatie aangeeft.24
De oudste naam die ik vond van de wisselaar te Gouda dateert uit 1434; de
wissel ‘ter Goude’ werd toen verpacht aan Gerijt Mertijnsz. Zijn aanstelling in
het grafelijke commissieboek laat zien, dat hij van het wisselen ontvangen zou
als in Dordrecht en Delft.25
In 1464 pachtten Jacob en Obertyn de Valgaires de Goudse “lombert ta
fel” van de hertog van Bourgondië voor een periode van twintig jaar. Er ont
stonden echter al snel problemen, omdat de nieuwe ordonnantie van de munt niet
werd nageleefd.26 Blijkens het werk van C.J. Matthijs werd in 1756 een huis
19 Zie verder mijn bijdrage aan de te verschijnen stadsgeschiedenis en mijn te verschijnen dissertatie.
20 ARA, Coll. Van Wijn, inv.nr. 182. Zie in het algemeen over dit onderwerp recent bondig: H.A.J.
Maassen, 'Onmisbare zondaars. Kerk, overheid en banken van lening, ca. 1450- ca. 1675', in: On
dernemers bestuurders. Economie en politiek in de Noordelijke Nederlanden in de late Middeleeuwen
en vroegmoderne tijd (red. C. Lesger en L. Noordegraaf) NEHA-Series III 1999, p. 369-385, gebaseerd
op zijn hierna te noemen dissertatie uit 1994.
21 ARA, AGB, inv.nr. 96; volgens K. Buiskool, De ruimtelijke ontwikkeling van Gouda tot 1398
(ongepubl. doct.scriptie UvA, 1988) p. 55, zonder folio-opgave
22 Ons Voorgeslacht 43 (1988) p. 138
23
ARA, AGB, inv.nr. 84 f. 16v, vanaf 1360 echter niet meer genoemd
24 H.A.J. Maassen, Tussen commercieel en sociaal krediet. De ontwikkeling van de Bank van Lening in
Nederland van Lombard tot Gemeentelijke Kredietbank 1260-1940 (Hilverum 1994) (A.H.R. Grote Serie dl.
19) bijl. 1, p. 296: Gouda voor het eerst in de zestiende eeuw genoemd (in tabel 1 p. 53 wordt Gouda echter
al in 1474 genoemd!?). Schoonhoven noemt hij zelfs pas in de tijd van de Republiek: bijl. 2, p. 297
25 ARA, AGH, inv.nr. 896 f. 46v d.d. 7 juli anno 34, vgl. Rek.Rek. inv.nr. 135 (1435) f. 3
26 ARA, Rek.Rek., inv.nrs. 165 (1465) f. 7 en 1713 (1470) f. 6
67