12
Zoals de namen van de kloosters die op het einde van de zestiende eeuw afgebro
ken of verkocht waren, bleef ook de naam van “het gerecht of galgenveld" eeu
wenlang bewaard in het dagelijkse woordgebruik van de Goudse burgers. In 1815
stonden er gewoon huizen bij het “galgenveld” en de hoogheemraad van Schieland
kreeg in 1823 het verzoek om aan het “buitenland waarop het Goudsche gerecht te
voren heeft gestaan aan de IJssel" de defecte beschoeiing weg te halen of te repa
reren, omdat het ernstig gevaar opleverde voor vreemde schepen en bij zeer laag eb
ronduit gevaarlijk was.38 In 1819 werden op het zogenaamde “galgenveld” twee
grote linden gerooid en verkocht door de stad. Vanaf 1816 tot 1870 werd het “ge
recht” genoemd bij de verpachting van het maairecht van het gras langs de Hoge
Schielandse dijk vanaf de stad tot Moordrecht, de bolwerken buiten de Rotterdam
se poort, de toenmalige Dijkspoort, en het gerecht inbegrepen.39
De locatie van het galgenveld door Van Deventer komt vrijwel exact over
een met de latere kartering van het gerecht in 1613. Het Goudse stadsbestuur gaf
toen aan Henrick Vos de opdracht de vrijheid van Gouda in kaart te brengen,
waardoor op de kaart te zien is dat het gerecht buiten het rechtsgebied van Gouda
ligt. De westelijke grens van de vrijheid van Gouda ligt bij de Alpherwetering, on
geveer ook een kilometer verwijderd van het gerecht. De ligging van het galgen
veld op de grens van het stedelijk rechtsgebied was blijkbaar geen norm, wat ook
op de meeste andere stadsplattegronden van Zuid-Holland op de kaarten van Jacob
van Deventer duidelijk te zien is. In Twente daarentegen stonden langs de grenzen
van het drostambt in de nabijheid van verbindingsrouten met andere rechtsgebie
den wel grensgalgen. Voor zover bekend hadden deze galgen alleen een symboli
sche functie en zijn die niet als een executieplaats gebruikt.35
Galgenvelden bleken een doorn in het oog van de representanten van het
volk van Holland te zijn, want op 6 maart 1795 werd door de nieuwe regering een
decreet uitgevaardigd, om de “galgen, raderen en geesselpalen" langs de openba
re wegen af te breken. Alle lichamen van de terechtgestelden, op dat tijdstip ten
toongesteld aan galgen en raderen, moesten worden weggenomen en begraven op
openbare kerkhoven; voortaan moesten ter dood veroordeelden dadelijk na hun te
rechtstelling behoorlijk begraven worden.30 Op 18 maart gaf het Goudse stadsbe
stuur al opdracht aan de fabrieksmeesters het galgenveld af te breken binnen de
gestelde tijd van zes weken.37
35 Schlueter, Met den koorde 51 en 58. Op pag. 58 een overzicht van grensgalgen met plaatsaanduidingen.
36 Ibidem, 61. Afschrift van het decreet van 6 maart 1795
37 J.E.J. Geselschap, Inventaris van het oud-archief van Gouda (Gouda 1965). In het vervolg OA-
221 f75 enOA-223 f74
38 Secretariearchief voortaan vermeld SA-2029, 25 juni 1823
39 SA-1097 196 enSA-1106f53