I I
7.0-
M .,n
I I
u
A
Galgenveld te Amsterdam, door Reinier Vinkeles,
1741-1816. Overhenomen uit H.C. Jelgersma,
‘Galgebergen en galgevelden in West- en Midden
in ederl and’. Zutphen, 1978
4
W
.ea>.
a J
In de schilderkunst houdt het rad het midden tussen een wagenwiel met een dia
meter van de gemiddelde lengte van een mens als de afbeelding centraal op de
voorgrond staat, maar als landschappelijk element aan de horizon oogt het rad als
een bloem met een hangende kop, alsof het rad te zwaar is voor de staak.
Afbeeldingen van galgen-
velden vormen een onontbeerlijk
element in het landschap, namelijk
gerechtigheid; galgenvelden of
gerechten geven een idee van die
dagelijkse rechtspraktijk, waarin
toch meestal de onderlaag van de
bevolking tot galgenaas diende.
Later verdwenen de galgen van de
heuvels in de schilderkunst, maar
ontwikkelde zich daarentegen een 1
bouwstijl van gerechten, die de
steden ongetwijfeld meer aanzien
gaven. De drie-stijlige galg met
dwarslatten, waar aan haken de
touwen voor de galgen bevestigd
waren, versteende in de loop van
de achttiende eeuw. Afbeeldingen
daarvan zijn schaars, maar de en
kele bewaard gebleven tekeningen
doen vermoeden dat de diverse
steden een vast bouwplan hadden
van in klassieke stijl opgetrokken
galgen buiten de stadsmuren. Op
die afbeeldingen is een ronde op
gemetselde put te zien, waar op drie punten een piëdestal is gemaakt met daarop
drie pilaren. Op die pilaren zitten op een voetstuk drie leeuwen met de stadswa
pens tussen de voorpoten. De pilaren zijn verbonden door drie ijzeren staven,
waaraan de galghaken bevestigd zijn. Bij de steden Amersfoort en Amsterdam
stonden in de achttiende eeuw dit soort versteende galgen43; van het Goudse ge
recht is alleen een bestek van de restauratie van de stenen galg overgeleverd. Dit
bestek doet sterk aan het vaste bouwplan denken en illustreert mooi de architectuur
van de Goudse galg.
43 Jelgersma, Galgenvelden, 33 en 64
I
14
A
V
i
A.
f