De wetgeving
15
Zoals bekend is de “Saksenspiegel” en het bestaande gewoonterecht lange tijd
het “handboek” van de stedelijke rechtspleging geweest. Vanaf omstreeks de
zestiende eeuw is een begin gemaakt met de unificatie en de codificatie van het
recht in de Nederlanden. Twee rechtsbronnen uit de vroege zestiende eeuw lig
gen ten grondslag aan het recht dat uiteindelijk zijn beslag kreeg in de Criminele
Ordonnantiën van 1570, waarvan tot in het begin van de negentiende eeuw de
rechtskracht bewaard bleef.47 De Criminele Ordonnantiën vormden een onder
deel van de reorganisatie van het centrale bestuur, waarmee Karel V een begin
had gemaakt, maar pas onder zijn zoon Filips II kwamen deze ordonnantiën tot
stand.
De galgput onder de galg om het gebeente van de gehangenen op te vangen,
werd afgebroken om een nieuwe put wat verderop te bouwen. De nieuwe werd op
dertien voet naar de dijk toe gemaakt en alleen het hoogstnodige mocht vernieuwd
worden. De galgput was 63 cm44 diep en onder de gemetselde fundering kwam een
vlijlaag te liggen van grenen delen van drie duim. De put stak 1,88 m boven de
grond uit en de piëdestallen, de pilaren met de kapitelen waarop de leeuwen met
wapenschilden troonden waren alle van hardsteen, en werden indien nodig ook ge
restaureerd. De galgijzers, boeien, beugels en kettingen moesten eveneens als het
nodig was vernieuwd worden. Het bestek is niet gedagtekend, maar de aannemer
Jasper Bleuland is wel bekend; hij nam dit werk aan voor 1300 gld4'De restaura
tie zal op het eind van de achttiende eeuw zijn uitgevoerd, want met dezelfde aan
nemer werd in 1791 het contract voor het onderhoud van de stadsmuren met zes
jaar verlengd.46
De schippers op de IJssel en de voetgangers of voerlieden op de dijk zagen
een majestueuze galg te midden van het geboomte op een stuk buitendijks land van
de IJsseldijk; een monument van stedelijke pronkzucht en van menselijk noodlot.
Galgenvelden weerspiegelden de historische rechtspraktijk en maakten dan ook
een vast bestanddeel uit van het landschap rondom de steden en langs de rivieren.
De wetgeving die deze rechtspraktijk mogelijk maakte stimuleerde in hoge mate
deze gang van zaken door publicatie van talloze plakkaten.
over de eerste straf-
44 J. M. Verhoef, De oude Nederlandse maten en gewichten (Amsterdam 1983) 69. Bij omrekening van
de aangegeven voeten is de Rijnlandse standaardmaat gehanteerd: voet 0,314 m en een duim 2,61 cm
45 OA-3693
46 OA-134H7
47 M. Vrugt, Van de criminele Ordonnantiën van 1570. Enkele beschouwingen
rechtcodificatie in de Neder- landen Zutphen 1978) 18 en 172