In de daaropvolgende zeventiende eeuw daalde het aantal doodstraffen met ca 70% tot een aantal van negentien vonnissen, waaronder in zeventien gevallen als bijko mende straf tepronkstelling op het galgenveld werd gewezen; onder deze gevon- nisten waren twee poorters. Merkwaardigerwijs was de enige geëxecuteerde die niet te pronk gesteld werd geen Goudse burger; Wouter Jansz Beek uit Haarlem, oud 26 jaar, had in 1621 een enorm lang strafregister, vooral opgebouwd in Am sterdam, waar hij tot vijfmaal toe was gegeseld, gebrandmerkt en verbannen. Ook had hij meerdere diefstallen gepleegd in Haarlem, Rotterdam, Den Haag en Gouda, Beek werd veroordeeld tot de galg en zijn lichaam moest begraven worden. Onder de andere achttien veroordeelden was één zelfmoordenaar tot de schandstraf op het galgenveld veroordeeld. Zelfmoord viel zoals bekend onder het strafrecht. De bestraffing van zelfmoord heeft een lange geschiedenis. De kerkva der Augustinus schakelde zelfmoord gelijk aan moord: “Wie een mens doodt, het zij zichzelf hetzij iemand anders, heeft de misdaad van moord begaan. ”63 Vanaf de zesde eeuw werden de veroordelingen van zelfmoordenaars steeds grimmiger; zij kregen geen gedenkmissen, werden zonder uitvaartdienst begraven, maar werden daarentegen wel begraven, “...om de geur van de levenden niet te verpesten. ”64 12 10 8 6 4 2 20 schandstraffen op het gerecht 1547 - 1780 rnTnwriïrriïiwriïrniTriTiiïïnimiwiïrni 1675 1700 o ~wnr 1550 63 L. Vandekerckhove, Van straffen gesproken. De bestraffing van zelfdoding in het oude Europa (Tielt 1985) 18 64 Vandekerckhove, Van straffen gesproken, 21 wrinwiTrnli nJnnwililitiiliilrn iliilJiHiliililiiiiliimnirJr 1575 1600 1625 1650 JrnLrrm J 1725

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 22