(De) Leeu en (Van) Leeuwen: twee geslachten? 26 Het betreft een prachtexemplaar, gedrukt op perkament en uitbundig versierd en voorzien van een gehistorieerde gouden initiaal D. Later, in 1487, is Heer Adam actief geweest bij de oprichting van het Goudse St. Lucasgilde van ‘scilders, beeldesniders, glaesmakers, prenters, borduerwerkers ende andere cunstenaers’, en geeft het gilde toestemming een altaar in de St. Jan te stichten.6 Beseffen we dat ook de bibliofiel Lodewijck, heer van Gruuthuse en stadhouder van Holland en Zeeland, in 1475 te gast was in Gouda, zoals hij wel vaker de stad aandeed,7 dan mogen we aannemen dat er rond 1475 een gunstig klimaat voor de plaatselijke boekcultuur was. In deze atmosfeer loopt Gerard Leeu rond. Zou hij weten wie er in Gouda aan de onderhandelingstafel zitten? Zou de faam van William Caxton en zijn investeringen in de boekdrukkunst ook in Gouda bekend zijn? Het is mogelijk dat Caxton als geschenk voor de door de Goudse magistraat verleende gastvrijheid een product van eigen pers heeft meegenomen. Gerard zal van dit alles toch wel enige lucht gekregen hebben? Hij was niet bepaald achterlijk. Hoe het zij, al twee jaar nadat William Caxton in Gouda was, verscheen de eerste druk van Gerard Leeu: de Epistelen en Evangeliën voor den gehele jare. Interessant lijkt de figuur van Mr Jan, de woordvoerder van pastoor Arthur van Bourbon. Het is mogelijk dat deze Mr Jan identiek is met ‘meester Jan die Leu’ die later dat jaar nogmaals een maaltijd krijgt aangeboden.8 De naamsovereenkomst is evident. De namen Jan (de) Leeu Jan van Leeuwen komen we bovendien vaker tegen in Goudse bronnen. Maar we moeten hier heel voorzichtig zijn. Ik heb in diverse Goudse archieven uit de vijftiende eeuw ruim 230 vermeldingen gevonden van personen die (De) Leeu of Van Leeuwen heetten. Hieruit lijkt het beeld naar voren te komen dat degenen die zich gewoonlijk Van Leeuwen noemden een andere, hogere sociale status hadden, dan zij die doorgaans de naam (De) Leeu droegen. De Van Leeuwens behoorden vanaf het midden van de vijftiende eeuw tot de stedelijke elite: zij brachten schouts, schepenen en burgemeesters voort. Degenen die (De) Leeu heetten, zien we doorgaans niet in deze functies. Als zij al in verband met een beroep genoemd worden, lijken ze meer griend- en grondwerkers.9 Kortom, het is heel moeilijk om beide naamsvarianten aan elkaar te koppelen. Als er al geen sprake is van twee geslachten, dan hebben we toch op zijn minst te maken met twee takken die zich al heel vroeg van de stam afgesplitst hebben. 6 Gouda, SAHM, Archief St.-Janskerk, nr. 61. 7 Gouda, SAHM, OA 1139 (stadsrekening 1469), fol. 12r; OA 1140 (stadsrekening 1475), fol. 15v, 22r. 8 Gouda, SAHM, OA 1140 (stadsrekening 1475), fol. 15r. 9 SAHM, OA 1128 (stadsrek. 1444), fol. 22v; OA 1129 (stadsrek. 1445), fol. 21v; OA 1131 (stadsrek. 1448), fol. 20v.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 28